SAL7347, Akte: V°297.5-R°298.1 (478 van 745)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°297.5-R°298.1  
Act
Datum: 1454-03-11

Transcriptie

2018-11-02 door Magda Van Winkel
It(em) de vors(creven) gehuysche amelrijc en(de) sijn wijf hebben geloeft/
den vors(creven) symone et sijnd(er) huysvruwen dat sij die goede/
die sij vand(en) selven h(er) symone en(de) sijnd(er) huysvruwen met/
eenen tractatie voe(r) scepen(en) van loven(en) gemaect ap(ri)lis ult(ima)
//
lestleden also wale de wouwe(re)n en(de) molen(en) als dande(r) goede die/
pant sullen sijn voe(r) de vors(creven) rente hue(re)r beyd(er) leefdach lanc/
en(de) des lansts leven(de) houden sullen in goeder rep(ar)acien ende/
staete sond(er) te laten v(er)gaen en(de) oft geboerde(n) dat sij bij/
faute(n) van betalingen d(er) vors(creven) lijfpensien hue(r) hande aende/
vors(creven) goede slaen moeten dat zij dan so hebben geco(n)sentert/
de vors(creven) amelric en(de) sijn wijf dat de vors(creven) h(er) symoen/
en(de) sijn huysvruwe gebruyken souden mogen en(de) tot hue(re)n/
meesten orbe(r) besighen als zij de wate(re)n vand(en) vors(creven)/
goeden vischten die vier savoren totten vors(creven) wate(re)n behoe(re)nde/
Geloven(de) h(ier) af de vors(creven) gehuyssche den vors(creven) h(er) symone/
en(de) sijnen wijve altijt genoech te doene wae(r) hen ergerens/
te nauwe ghedaen p(ro)ut eisd(em)
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2016-04-01 door kristiaan magnus