It(em) want pet(er) smolders die als geleit tot de(n) goede(n) have en(de) erve/ hubrechts smolders zijns vaders op den dach van hede(n) hadde doen/ insc(ri)ven lambrecht theeuwen die hem ongebruyc dede aen drie/ stucke bempts neve(n) een gelege(n) inde p(ro)ch(ie) va(n) buele d(air) af deen ge/ hete(n) is de(n) vorste(n) molders bempt de(n) andre(n) de(n) middelste(n) en(de) de(n) acht(er)sten/ derden de(n) acht(er)ste(n) mold(er)s bempt dair de rivie(r) gehete(n) de a doerloept/ neve(n) claes huben en(de) lambrecht theeuwen tot welke(n) daghe hij/ niet en quam So hebbe(n) de he(re)n scepen(en) va(n) loeven(en) gewijst van i vo(n)nisse/ datme(n) den voirs(creven) pete(re)n vanden voirs(creven) goede(n) houden sal inde macht van/ zijne(n) beleyde also v(er)re alst noch voir scepen(en) come(n) is cor(am) o(mn)ib(us) de(m)pto/ roelants maii xxii