It(em) hoe questie was voe(r) den raide vander stat tusschen janne van/ raetshoven in deen zijde en(de) gielise stroeprock die des vors(creven) jans meye(r)/ geweest is in sijnen hoff te bierbeke in dande(re) om eene scale die die/ van bethleem tande(re)n tijden als sij duighden in des selfs jans hoff/ ingeset hadden inden name van eenen p(er)de dat op hue(re) goede gepandt/ was geweest en(de) dat ter cost soude hebben gestaen Voer welke/ scale de selve van bethlem den vors(creven) janne van raetshoven hadden/ verwonnen met recht ende de vors(creven) jan sprac vort aen den vors(creven)/ meye(r) voe(r) de selve scale om dat die was bleven also hij seyde/ en(de) boet te bewisen in handen vanden vors(screven) zijnen meye(r) en(de) die vors(creven)/ gielis meynde dat hij inde restitucie vand(en) vors(creven) scalen niet/ gehouden en was want hij meynde in alrehande manie(re)n dat/ de vors(creven) scale in handen vanden ande(re)n was bleven So was/ get(er)mijneert bijden raide vand(er) [stat] dat de vors(creven) gielis gehouden/ sijn soude de vors(creven) scale op te richten nade waerh(eit) die de/ raet vand(er) stat gehoert hadde en(de) hadde de vors(creven) gielis vorts/ yemande te volgen dat hij dat dade met rechte p(rese)ntib(us)/ abs(oloens) dyeve(n) burg(imagist)[ris] et plurib(us) aliis junii xxvii