SAL7349, Akte: V°307.1-R°308.1 (604 van 698)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°307.1-R°308.1  
Act
Datum: 1456-05-13

Transcriptie

2018-11-08 door Walter De Smet
Het zijn comen inde(n) rechte voir meye(r) en(de) scepen(en) van loeven(en) jan/
van duffle die geleit is totte(n) goeden jans auelet woenen(de) tault(re)glie(se)/
man en(de) mo(m)boir jehanne(n) zijns wijfs weduwe massijns wile(n) de bierlo/
van jandrain in deen zijde en(de) her jan va(n) hemptines prieste(r) in/
dande(r) Ald(air) de voirs(creven) h(er) jan aensprac de goede bescr(even) onder dese(n)/
p(ro)cesse seggende dat de voirs(creven) wilen massin mett(er) voirs(creven) johanne(n)/
zijne(n) wive die d(air) in (con)sent gedrage(n) hadde alle zijn gerfgoede/
geordin(er)t hadde te bliven yde(n) des voirs(creven) massijns moeder ter tijt/
alse de selve massin en(de) zijn wijf beyde zieck laghe(n) behouden/
om die d(er) selver yde(n) huere(n) leefdach te gebruycken behoude(n)/
d(er) voirs(creven) jehanne(n) te hebben twee boend(er) lants die hij in zijnen/
huwelike te jandrain gecregen hadde Seyde voirt dat de voirs(creven)/
h(er) jan dat de voirs(creven) yde hem va(n) dien opdracht gedaen hadde/
voir hoff en(de) he(re) d(air) me(n) die goede af houden(de) ware Welke/
poente de voirs(creven) h(er) jan boot te thoene(n) Hoopte d(air) om dat hem/
de selve goede volge(n) soude(n) ende tot dien seyde de selve h(er) jan/
dat hij va(n) die(n) oec hadde testam(en)te bij den voirs(creven) massin en(de)/
zijne(n) wive gemaect Dair jege(n) de voirs(creven) jan va(n) duffle/
in zijne(n) v(er)antw(er)de(n) dede seggen dat hij de(r) voirs(creven) h(ere)n ja(n)ne/
zijn v(er)mett ontkinde uutgenome(n) tpoent vand(er) opdracht d(er) voirs(creven)/
goede de(r) voirs(creven) h(ere)n ja(n)ne gedaen die hij genoech bekinde/
En(de) dede voirt segge(n) dat de voirs(creven) ydejehanne t(er) tijt als zij/
mette(n) voirs(creven) massin te huwelike track va(n) huerre sijde(n) inne/
bracht drie boende(re)n lants oft d(air) omtrint gelegen te/
meeff en(de) dat inder huwelik(en) vorwerden die toegaende/
besproke(n) was dat massin die drie boend(er) [niet en] soude moege(n) v(er)cope(n)/
dan in gevalle dat hij tgelt d(air) af comen(de) wed(er) legge(n) soude/
in ande(re) erfgoede Welc drie boend(er) oft ander erve in die/
stad also gecocht op dat zij gheen wettige geboirte en hadde/
wed(er) come(n) soude(n) ter zijden d(air) die af come(n) waren En(de) voirt/
dat alle tgene des zij tsame(n) and(er)s soude(n) v(er)crige(n) bliven/
soude geheel de(n) lestelevende tsijnre tocht Seggende tot/
dien dat de voirs(creven) massin de voirs(creven) iii boend(er) erfs hadde v(er)cocht/
en(de) d(air) af getoge(n) lxxv pet(er)s oft r(ijnsche) gul(den) va(n) welk(en) so(m)men/
de selve massin wed(er) beleecht hadde aen ii boend(ere)n lants/
te jandrain [in iiii stucken na verclaert] gelege(n) xliii pet(er)s en(de) dand(er) goede te wete(n) iii/
dach(mael) bosch ix g(r)[o]te roede(n) bosch vi roede(n) lants (½) dachmael lants
//
en(de) ii huyse ware(n) bij de(n) voirs(creven) massijn and(er)ssins gecrege(n) in geheele(n) stoele/
en(de) tsurplus vande(n) selve(n) goede(n) te wete(n) een huys xii g(r)[o]te roede(n)/
lants (½) boend(er) hoofs i dach(mael) lants en(de) noch een dach(mael) lants/
hadde de voirs(creven) massin met zijne(n) wijve voirs(creven) te huwelike bracht/
die also beseten en(de) dair uut gestorven p(rese)nteren(de) die poente(n) te/
bewisen hopende dat hem en(de) zijne(n) beleyde de voirs(creven) goede na de(n)/
voirs(creven) ondersceyde volge(n) sele(n) gem(er)ct dat de voirs(creven) jan auelet die/
hem de(n) brief bekint hadde wettich man ware der voirs(creven) jeha(n)ne(n)/
alse de wed(er)p(ar)tie bekinde Dair uut dat de he(re)n scep(enen) va(n) loeven(en)/
beyde de p(er)sone(n) wijsde(n) tot huere(n) bethoene tot welke(n) dage de/
voirs(creven) her jan hem pijnde te thoene(n) met i prieste(r) en(de) ande(r) drie/
goede ma(n)ne(n) de voirs(creven) vorwerde van testame(n)te Mair uut dien/
dat dat bij de(n) wed(er)p(ar)tien w(er)t wed(er)leecht alse in rechte niet te moge(n)/
passeren bracht hij voirt tvoirs(creven) testame(n)t hopen(de) geapprobeert van/
scepen(en) va(n) luydic hopende dat he(m) zijne(n) voirs(creven) eysch soude/
geboire(n) oft dat hij mette(n) voirs(creven) testame(n)te volge(n) soude d(air) dat/
behoirde gemerct dat daflivich(eit) vande(n) testatue(r) ouder ware dan/
dbeleit des voirs(creven) jans En(de) na desen thoende de voirs(creven) jan in/
substancie(n) allet tgene des hij hem v(er)mete(n) hadde ind(er) mate(n) als/
voirs(creven) steet Also dat te(n) uut(er)ste(n) de scep(enen) va(n) loeven(en) gemaent/
vande(n) meye(r) wijsden voir i vo(n)nisse dat de(n) voirs(creven) ja(n)ne va(n)/
duffle en(de) zijne(n) beleyde de voirs(creven) goede(n) d(air) questie om is volge(n)/
soude(n) soe v(er)re dat noch voir hen come(n) is p(rese)ntibus abs(oloen) borch(oven) lyntre/
m(er)sberge maii xiii
Nagekeken doorJan Boncquet
ModeratorJan Boncquet
Laatste update:: 2014-10-28 door Jos Jonckheer