It(em) art bozeal de crenwijc als p(ro)cur(eur) des goidsh(uys) hebben(de) volcome(n) p(ro)cu(ra)cie van m(ijn)/ vrouwe(n) en(de) goidsh(uys) vand(er) rameye(n) sond(er) e(n)nich wed(er)roepe(n) om te doene des h(ier)/ na bescr(even) steet gelijc de selve p(ro)cu(ra)cie vand(er) date(n) sept(embris) xvi a(nno) lestlede(n) die jacop va(n)/ dongelb(er)t d(aer) af te hemwert heeft dat volcomelijc begrijpt in p(rese)ncia heeft uut/ geg(even) en(de) bekint uutgegeve(n) te hebbe(n) de(n) voirs(creven) jacoppe de goede des voirs(creven) goidsh(uys)/ voirgeruert Te houde(n) te hebbe(n) en(de) te wynne(n) op alle de (con)d(icien) en(de) vorwerde(n) voirs(creven)/ cor(am) smachts colonia sept(embris) xix/