Item want de vors(creven) schout compt rue(re)nde uut saken d(er) hueringen/ vand(er) ca(m)me(n) metten bruwe gerecke gelege(n) terps toebehoe(re)nde den/ vors(creven) janne Soe is vorweerde wart dat de vors(creven) jan van/ ranshem oft de vors(creven) pet(er) bij (con)sente des selfs jans de vors(creven)/ ca(m)me verhuerden e(n)nige ande(re) p(er)sonen dat dan den vors(creven) pete(re)n/

en(de) zijn vors(creven) borgen tusschen dit en(de) bamisse naestcomen(de) dat/ dan den vors(creven) pete(re)n en(de) zijn borgen aende vors(creven) so(m)me cortten sullen/aende vors(creven) so(m)me den tijt als dan na advenant Ende/ alsdan hebben de vors(creven) p(er)sone sculde(re)n gelooft tvors(creven) bruwegerec/ met zijnd(er) toebehoerte(n) ov(er)televe(re)n [watervast] en(de) vorts voldoen des tchirograffe/ dat de vors(creven) p(ar)tien in wed(er)sijde d(aer)af hebben [begrijp] en(de) he(m) dat gelevert/ was eisd(em)/