It(em) na dien dat die borgen vanden wissel bertelmeus alser wissele(r) wijlen/ van deser stad op heden ontboden waren bij laureyse van wynge voir den/ raide vand(er) stad om te hebben(e) betalinge en(de) uuytreikinge vanden ii[c] xxxi/ rijnsch(er) guld(en) en(de) xii st(uvers) die den selve(n) laureyse van wegen en(de) name mij(n)s/ hee(re)n van ludyc nu ter tijt sijnde opden voirs(creven) wissel bewesen en(de) gestelt sijn/ geweest Van welker so(m)men de voirs(creven) laur(eys) genoech kinde gehaven te hebben(e)/En(de) op dat de voirs(creven) laureis mits voirs(creven) verstrike des voirs(creven) t(er)mijns/

vanden mandeme(n)te xxxi rijnsch(er) guld(en) en(de) xii st(uvers) Aldair de voirs(creven) borgen/ niet comen en sijn noch gesonden en hebben en(de) op dat de voirs(creven) laureys/ midts v(er)strijke des voirs(creven) t(er)mij(n)s vand(en) mandem(en)te bijden voirs(creven) borgen v(er)wonne(n)/ niet verleedt en bleve noch beschedich(de) in sijnen goeden rechte oft dat/ uuyterlic voirden toecomen(de) tijt alsulken v(er)cleren geschiede datme(n) naemaels/ weten moige dat die mani(n)ge en(de) instellinge hier af in tijts ende wijlen
//
geschiet is Soe is bevolen bijden raide vand(er) stat dat thegen(en) des voirs(creven)/ steet geregistreert worde om den voirs(creven) laureyse van sijne(n) voirs(creven) eyssche/ in toecome(n)den tijde onverledt te moege staen om dat te volgen(e) in tijden/ en(de) wilen als hem dat gelieve(n) sal Actu(m) in pleno (con)silio m(ar)tii deci(m)a