SAL7356, Akte: V°231.3 (435 van 455)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°231.3  
Act
Datum: 1463-06-02

Transcriptie

2018-09-28 door myriam bols
It(em) de voirs(creven) gebruede(re)n te weten lodewijc en(de) gielijs van hug(ar)den in p(rese)ncia/
sijn met malcande(re)n ov(er)comen en(de) eenswordden voir hen en(de) hue(r) nacomel(ingen)/
alse vand(en) vors(creven) ov(er)gelev(er)den brieven gelic h(ier) na volcht Te wete(n) dat/
zij die in tween geliken deelen gedeilt hebben en(de) gelijct met gelde/
welke deilinge sij malcande(re)n tot eeuwige(n) dage(n) geloift hebben te/
houde(n) en(de) ne(m)mermeer d(aer) tegen te come(n) Ende yerst sal de vors(creven) lod(ewijc)/
hebben ende behouden en(de) heeft hem de vors(creven) gielijs laten volgen die/
brieve van twee rijd(ers) op henr(ic) mascu(r)e It(em) de brieve van twee rijd(ers) op/
henr(ic) merx ende vand(en) [noch van] eene(n) rijd(er) lijftochte(n) den welken de selve lodewijc/
den voirg(enoemde) pet(ere)n beyart geconsenteert heeft te heffen om hem d(aer) mede te losse(n)/
aen he(re)n wille(m)me edelhe(re) van i rijd(er) daer voe(r) de selve pet(er) voir de(n) selven/
lodewike borghe steet Ende [t(er)] ande(r) sijden sal den vors(creven) gielise volgen ende/
heeft hem de voirs(creven) lodewijc geconsent(eer)t te volgen den brief vand(en) vier rijd(ers)/
op janne van waelhem den brief van eene(n) rijde(r) op s(er)vase quackelen en(de)/
den brief van eend(er) c(ro)nen op gheerde vand(er) dijlen Ende hebben de/
selve twee gebruede(re)n malcande(re)n geloift hier af warant te sijne/
tot eeuwige(n) daige(n) niet wed(er)staende dat e(n)nige clausule(n) moige(n) staen/
inde(n) testame(n)te bij huer(er) vors(creven) moed(er) gemaect beg(ri)pen(de) dat de selve lijftocht/
altoes come(n) soude opde(n) lanxtleven(de) van hen beyden en(de) mits dese(n) sullen/
zij van malcande(re)n v(er)eenicht zijn en(de) blive(n) behalve(n) nochta(n) dat wairt/
soe dat e(n)nich vand(en) vors(creven) ii gebruede(re)n aflivich wordde eer de vors(creven) lijfpen(sien)/
afgequijt wae(re) in al oft in deele dat in dien gevalle die selve lijftocht/
alsd(an) noch ongequijt sijnde blive(n) sal de(n) ande(re)n van hen te live blivende/
En(de) de brieve vand(en) iii mudde(n) rox erflic sulle(n) blive(n) staen(de) ond(er) de wet tot/
behoef van hen beiden te gelike ten wae(re) dat sij die gesamend(er) hant v(er)cochten/
eisd(em)
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2016-05-03 door Jos Jonckheer