Item de vors(creven) lenart heeft gelooft den vors(creven) zijnen borghen dat/ hij bynnen twee maenden naestcomen(de) comen sal voir wet/ te dongelberghe dair dat behoert en(de) setten hen met
//
rechte in handen totter vors(creven) last [behoef] vand(en) vii r(ijnsche) guld(en) pet(er)s en(de)/ iiii mudden corens lijftochten alle alsulke omberuerlike goede/ als de selve lenart liggende heeft inde heerlich(eit) van dongel/ berghe met condicien oft hij de vors(creven) goede vercopen woude/ en(de) metten pe(n)ningen d(air) af comen(de) hen lossen dat zij dar/ toe consent sullen [moeten] draghen Item insgelix heeft de vors(creven)/ lenart gelooft en(de) in eedt stat toegeseeght dat hij gheene/ scepen(en) brieve van loven(en) oft bruessel en heeft noch maken/ en sal die den vors(creven) borghen e(n)nichsins tontstaden souden moge(n)/ comen in e(n)niger manie(re)n cor(am) eisd(em)