It(em) ostart stassart heeft teghen janne bacheler dach van thoene(n)/ genomen op van morghen over viii daigen naistcomen(de) te/ mistide [ten coste vanden ongelijken en(de) op de sake verloren] Om te bewijsen dat de scepen(en) van beyde den bancken te/ brain lalloit geraccordeert hebben en(de) getaxeert de costen en(de) die/ de selve ostart op heden der stad overgeg(even) heeft in eend(er) cedulle(n)/ tussce(n) hem en(de) den selven bachele(re) navolgen(de) der geluften tusscen/ hen voir scepen(en) van loeven(en) gesciet maii xxi lestleden Ende/ eve(n)v(er)re de selve ostart dat alsoe bewijsen can heeft de selve/ bacheler ov(er)geg(even) dat de selve coste(n) alsdan gecort wordde(n) va(n)/ sijne(n) eyssche cor(am) kersmake(re) willem(air) julii quarta