SAL7360, Akte: V°250.3 (536 van 660)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°250.3  
Act
Datum: 1467-04-20

Transcriptie

2019-05-04 door myriam bols
It(em) jan vaes plecke(r) en(de) clarisse zijn wijf hebben geloift goirde vand(er)/
karme(re)n vier scilde te xiiii stuv(er)s ende eenen stuve(r) te weten tussce(n)/
dit en(de) sondach naistcomen(de) eenen scilt d(air) af bynne(n) eend(er) maent d(air)/
nae eene(n) scilt d(air) af en(de) tsurplus bynne(n) eend(er) maent d(air) nae te betale(n)/
quol(ibet) ass(ecutu)[m] Ende oft [zij] e(n)nigen t(er)mijn liete(n) overgaen dat dan al/
gevalle(n) sijn soude cor(am) willem(air) burg(imagistr)[o] ap(ri)lis xx
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2016-06-15 door Xavier Delacourt