SAL7362, Akte: R°197.1-V°197.1 (395 van 492)
Akte R°197.1-V°197.1
Act
Datum: 1469-03-29
Transcriptie
2017-05-05 door Karel EmbrechtsItem vanden gedinghe dat gheweest is inde banc voir/
meye(r) en(de) scepen(en) van loven(en) tusschen janne lonijs als/
aenlegge(r) in deene zijde en(de) janne laureys vorste(r) verwerde(r)/
in dande(re) dair de vors(creven) jan lonijs dede segghen hoe dat/
hij in hachten geweest wae(r) inde vroente des selfs jans/
ten versueke henricx vanden borchoven die mits seke(re)n/
gebreke die hij te hemwert hadde dair hij zoe lange/
geseten hadde dat zoe v(er)re bij tusschenspreken van seke(re)n/
vrienden gededinght wert dat de vors(creven) jan lonijs ont/
slagen soude wesen vander vroenten en(de) hachten en(de)/
oic van tshe(re)n banduyn steengehelde en(de) ande(re)n costen en(de)/
lasten die hij om der selver hachten wille geleden hadde/
Totten welcken hij geconsenteert hadde te vercoopen/
twee beempde gelegen int hev(er)le broec dair af den/
eenen gecocht hadde peter beyard en(de) den ande(re)n peter va(n)/
overdile hopen(de) dair mede te gestane en(de) dat/
vorweerde was dat hij met den vors(creven) opdrachte(n) ontslagen/
soude zijn vander vroenten en(de) oncosten die hij ond(er)/
vors(creven) saken wille geleden hadde En(de) dat den brieff die/
hij anderwilen den selven janne laureys bekint mocht/
hebben hem in desen niet sculdich en wae(re)n te baten te/
comen aengesien de condicie staende onder den selven brieff/
dair inne onder dande(r) begrepen en(de) geruert stont/
dat her robbert brueder des voirs(creven) jans lonijs tderdendeel/
vanden leene niet sculdich en hadde geweest te trecken/
voir d(er)re tijt toe dat zij van dien mynlijc oft bij rechte/
gesleten hadde geweest dwelc al noch niet geschiet en/
wae(r) Seggen(de) vort dat de vors(creven) jan laureys de pe(n)ninge/
van pete(re)n van ov(er)dile ov(er)genomen hadde en(de) tot zijne(n)/
laste en(de) also hoopte de vors(creven) jan lonijs dat de vors(creven) jan/
laureys geheelic en(de) al betaelt was en(de) dat hij also/
tontrechte gehouden en(de) inder vroenten gesedt wae(r)/
bege(re)nde en(de) versueken(de) vander vors(creven) vroenten costeloes/
ontslaghen te zijne bieden(de) alle pointen in feyte liggen(de)/
te thoenen ende metten mynsten te gestane Op
//
dwelc de vors(creven) jan laureys hem verantweerden(de) dede seggen dat/ hij de opdracht en(de) vercopinghe vanden vors(creven) beempden/ genoech kynde geschiet te zijne mair seide dat hij met/ den pe(n)ningen vanden selven goeden gecomen niet en hadde/ connen betaelt gesijn noch oic metten bossche geleghen te/ berthem dat hem de vors(creven) jan lonijs in handen gesedt hadde/ voir twintich ryns guld(en) dair mede hij den selven/ bosch hadde mogen te seke(re)n tijden lossen die langhe/ overleden was en(de) dat de vors(creven) pet(er) van ov(er)dile gheen pe(n)ni(n)ge/ gheven en woude noch oic sculdich en wae(r) te gheven/ aengesien dat hij gheen goede guedinge en hadde vand(en)/ vors(creven) beempde hoe wel de selve jan laur(eys) aenden vors(creven)/ pete(re)n versocht hadde met rechte Seggen(de) vort dat/ de vors(creven) her robbert zijn derdendeel vanden vors(creven) leen/ goeden afgetogen hadde en(de) alsoe en wae(re) hij niet betaelt/ P(rese)nterende tot desen de vors(creven) jan laur(eys) zijnen eedt ten heylige(n)/ te doen dat hem de vors(creven) jan lonijs van montcoste/ noch sculdich en(de) belanc was xx r(yns) gul(den) bieden(de) alle sake(n)/ te thoenen zoe verre hem die dienen mochte(n) in rechte/ Hopen(de) wair hij die also gethoenen conste dat de voirs(creven)/ jan lonijs den vors(creven) janne laur(eys) sculdich soude zijn op te/ legghen oft d(air) voir gehouden te bliven Was gewijst/ met vo(n)nissen d(er) scepen(en) van loven(en) ter manesse(n) smeyers/ na aensp(ra)ke verantwerden en(de) thoenessen des vors(creven) jan/ laureys wair de vors(creven) jan laur(eys) zijnen eedt doet/ also hij gep(rese)nteert heeft dat hem jan lonijsdat/
boven alle ontfanc en(de) boven de weerde vanden bossche/
noch twintich r(yns) gul(den) sculdich is dat de vors(creven) jan/
lonijs te rechte is gehouden welcken eedt de voirscr(even)/jan laur(eys) oppembairlic inden rechte gedaen heeft p(rese)ntib(us)/
scabinis in scampno m(ar)tii xxix
//
dwelc de vors(creven) jan laureys hem verantweerden(de) dede seggen dat/ hij de opdracht en(de) vercopinghe vanden vors(creven) beempden/ genoech kynde geschiet te zijne mair seide dat hij met/ den pe(n)ningen vanden selven goeden gecomen niet en hadde/ connen betaelt gesijn noch oic metten bossche geleghen te/ berthem dat hem de vors(creven) jan lonijs in handen gesedt hadde/ voir twintich ryns guld(en) dair mede hij den selven/ bosch hadde mogen te seke(re)n tijden lossen die langhe/ overleden was en(de) dat de vors(creven) pet(er) van ov(er)dile gheen pe(n)ni(n)ge/ gheven en woude noch oic sculdich en wae(r) te gheven/ aengesien dat hij gheen goede guedinge en hadde vand(en)/ vors(creven) beempde hoe wel de selve jan laur(eys) aenden vors(creven)/ pete(re)n versocht hadde met rechte Seggen(de) vort dat/ de vors(creven) her robbert zijn derdendeel vanden vors(creven) leen/ goeden afgetogen hadde en(de) alsoe en wae(re) hij niet betaelt/ P(rese)nterende tot desen de vors(creven) jan laur(eys) zijnen eedt ten heylige(n)/ te doen dat hem de vors(creven) jan lonijs van montcoste/ noch sculdich en(de) belanc was xx r(yns) gul(den) bieden(de) alle sake(n)/ te thoenen zoe verre hem die dienen mochte(n) in rechte/ Hopen(de) wair hij die also gethoenen conste dat de voirs(creven)/ jan lonijs den vors(creven) janne laur(eys) sculdich soude zijn op te/ legghen oft d(air) voir gehouden te bliven Was gewijst/ met vo(n)nissen d(er) scepen(en) van loven(en) ter manesse(n) smeyers/ na aensp(ra)ke verantwerden en(de) thoenessen des vors(creven) jan/ laureys wair de vors(creven) jan laur(eys) zijnen eedt doet/ also hij gep(rese)nteert heeft dat hem jan lonijs
Nagekeken door: kristiaan magnus
Moderator: kristiaan magnus
Laatste update:: 2016-07-05 door Xavier Delacourt