SAL7363, Akte: R°122.1-R°123.1 (258 van 565)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°122.1-R°123.1  
Act
Datum: 1469-11-16

Transcriptie

2017-10-09 door Mi-Je Van Gils
Het zij comen te rechte inde banc voir meye(r) en(de) scepen(en)/
van loven(en) jan beyard bastart voir hem en(de) als momboir/
lijsbetten vander meren zijns wijfs welc jan van inden/
jare xiiii[c] lvi marcii xxix comen en(de) beleit is tot/
allen den goeden have en(de) erve jans wilen hazarts vand(er)/
vuren Welc beleit steet en(de) sculdich is te bliven onder/
scepen(en) en(de) inder scepen(en) register mits der condicien/
die dair na volght onder den schoutbrief staen(de) hier/
verhaelt van worde te worde te weten(e) Item is vorw(er)de/
dat de voirs(creven) gehuyssche oft deen van hen metten vors(creven)/
brieve alst hen gelieft sullen mogen doen leiden tot/
allen den goeden have en(de) erve des vors(creven) jans hasarts/
om de selve goede also lange als de selve jan hazart/
en(de) ka(tlij)[ne] sijn wijf oft deen van hen lanxst leven(de) sullen/
dair mede [te] bescudden Ende vort na hue(re)r beider doot/
en(de) niet eer te trecken en(de) taenverden de helicht/
van allen den goeden des vors(creven) jans hazarts en(de) ka(tlij)[nens]/
en(de) niet meer in deen zijde en(de) woute(re)n mychiels/
vander vuren in dande(re) Alse vanden erfgoeden hier/
na genoempt te weten(e) vander helicht vander ca(m)me(n)/
gelegen ter vue(re)n achter de kercke Item vand(er) helicht/
van eene(n) hove metten lande geheten rijkart gelege(n)/
ter vuren Ende vand(er) helicht van eenen stuck lants/
gelegen ter vue(re)n aende kiste Welcke goede de vors(creven)/
jan beyard alse voir deen helicht aensprack seggen(de)/
dat de vors(creven) wilen jan hasart met katlijnen peerchevaels/
sijnen lesten wijve die oudermoed(er) was vand(er) vorscr(even)/
lijsbetten vander meren des vors(creven) jans beyards wijf de/
vors(creven) goede cocht ende gecreegh en(de) dat zij dit hue(re)n/
heylic tsamen staende hielden en(de) besaten als hue(r) wettich
//
erve en(de) ten tijde als tvoirs(creven) beleit des vors(creven) jans beyard was/
gemaect Ende dat ter tijt als de vors(creven) jan beyard metter/
vors(creven) lijsbetten vand(er) meren zijnen wijve vergade(re)n soud(en)/
de vors(creven) jan hasart en(de) katlijnen peerchevale zijn wijf/
dair bij en(de) over wae(re)n en(de) geloofden dat deen helicht/
vanden vors(creven) goeden na hue(re)r beider doot den vorscr(even)/
toecomen(de) gehuyssche(n) volgen zoude en(de) also langhe/
e(n)nich van hen beiden leefde zouden zij den toecomend(en)/
gehuyssche(n) vors(creven) gheven jairlix een mudde corens/
en(de) dat d(air) op tselve heylijc toeghinc en(de) gesloten/
was en(de) volbracht metter heyliger kercken ende/
dat zij noch heden sdaeghs bij een zijn als man en(de)/
wijf Dese principalic en(de) meer ande(re) pointe boot/
de vors(creven) jan beyard te thoenen en(de) metten mynsten/
te gestane hopen(de) wair hijse gethoenen conste dat/
hem en(de) sijnen beleide de helicht vand(en) voirs(creven) goeden/
volgen zoude en(de) sculdich wae(re)n te volghen Dair op de/
vors(creven) wouter mychiels hem verantweerden(de) ontkynde/
de vors(creven) pointe en(de) principalic dat de vors(creven) jan hasart/
de vors(creven) goede met sijnen nawijve soude hebben v(er)creghen/
mair seide datse vercreghen wae(re)n met sijnen vorsten/
wijve seide oic dat hij de vors(creven) goede tegen de ghene/
dieze tegen de weduwe des vors(creven) jan hasarts en(de)/
die hij bij tvoirs(creven) heylijc soude hebben geweest hadde/
doeghdelic en(de) wettelic gecregen al met scepen(en) brieve(n)/
vand(er) vue(re)n en(de) wae(re)n die kercgeboden dair af ter/
vue(re)n gedaen geweest en(de) die zijn voirders uut machte/
van huerd(er) guedingen voir en(de) hij na hadden die beseten/
en(de) gepossesseert peyselic en(de) vredelic totten daghe/
van heden dwelc hij boot te thoenen hopen(de) oft hijt/
gethoenen conde dat hij bliven zoude in zijn goede
//
en(de) der aenspraken ongehouden zijn Was ghewijst ten/
uutersten bijden he(re)n scepen(en) van loven(en) ter manessen/
smeyers na aensprake verantweerden van beide/
den p(ar)tien en(de) thoenesse des vors(creven) jans beyarts/
die zijns vermets principalijc vanden pointe(n)/
voir gedeclareert volquam dat den vors(creven) janne/
beyard als momboir sijns wijfs de helicht/
vanden vors(creven) goeden volghen sal P(rese)ntib(us) o(mn)ibus/
scabinis dempt(is) abs(oloens) ouder(ogghe) nove(m)br(is) xvi
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2016-07-13 door Xavier Delacourt