Item henric de coste(re) mesmake(r) wettich sone mathijs wile(n)/ de costere woenen(de) te loeven(en) die als wettich vader ende/ momboir van vyncent en(de) mathise de coster(e) zijnre wettig(er)/ kijnde(ren) die hij heeft van katlijne(n) wile(n) van schore zijne(n)/ wive ten ov(er)geven(en) ende willecoiren(en) van pauwels van/ schore der voirs(creven) katlijnen vader wettelijc vercocht heeft/ jacoppe van erenberghe en(de) jouffr(ouw) machtilt zijnre moeder/ twee mudde corens erfs pachts vanden vier mudden corens/ erfs pachts die de voirs(creven) pauwels van schore met heylwige(n)/ wilen van sours zijnen wive hadde ende houdende was vallen(de)/ tsinte andriesmisse apostels met scepen(en) brieven van leeuwe vand(er)/ daten xiiii[c] xxiiii opten xxi[te(n)] dach van m(er)te aen en(de) op de/ goede van erenberge gelegen inde p(ro)ch(ie) van lare boven thiene(n)/ den selve(n) jacoppe en(de) zijnre moeder toebehoirende om en(de) voe(r)/ een zeke(r) so(m)me van pe(n)ningen Dair af de selve henric hem/ bekinde volcomelijc vernuecht en(de) wel betaelt zijnde heeft/ gelooft den voirsc(reven) vyncent ende mathijs zijn kijnde(re) ond(er) hue(r)/ mondige dage zijnde bij consente van hue(re)n vriende(n) en(de) mage(n)/ in dien te hebben en(de) te vervane dat zij tot hue(re)n daige(n)/ comen zijnde vande(n) voirs(creven) ii mudden der voirs(creven) iiii mudde(n)/ corens den voirs(creven) besitters vanden gronde volcome(n) guedi(n)ge/ ende vesticheit doen selen dair en(de) also dat na recht/ sal behoire(n) soe v(er)re in hen zijn mach also dat den voirs(creven)
//
besitters vanden gronde en(de) hue(re)n erve(n) en(de) nacomelingen vast/ ende zeker zijn moege in(de) est fideiussor joh(ann)es coste(re) cutellifex/ eius frater et p(ri)mus blancart dormale sept(embris) ult(ima)