SAL7368, Akte: R°95.6-R°96.1 (191 van 735)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°95.6-R°96.1  
Act
Datum: 1474-10-19

Transcriptie

2019-02-18 door Mi-Je Van Gils
Cond zij allen lieden dat jan mennekens joessone in p(rese)ncia/
heeft genome(n) ende bekint dat hij genomen heeft jege(n)
//
meester jaspar kynscot ende janne blideleve(n) hebben(de) des
//
volcome(n) p(ro)curacie vanden goidshuyse van tongerloe thof/
des voirs(creven) goidshuys gelegen toutgarden mette(n) woeni(n)ge(n)/
huysen hoven wynnen(de) lande bempden eeusselen bogarde(n)/
thienden en(de) allen ande(re)n toebehoirten gelijc en(de) also v(er)re/
daneel van s(in)truden voe(r) en(de) de selve jan me(n)nekens/
na de voirs(creven) goede in pechtingen gehouden heeft Te houde(n)/
te hebben en(de) te wynnen van halfm(er)te naestcomen(de) eene(n)/
t(er)mijn van xiii jaren v(er)volgende elcx jaers dare(n)bi(n)ne(n)/
om en(de) voir xcii mudde ende twee zister pachttarwe(n)/
goet ende payabel der maten van thienen te weten/
sesse halster der selver maten voir elc m(ud)[de] gerekent/
vijf m(ud)[de] witter erweten der maten voirs(creven) ende twee/
nuwe vrancr(ijx) cronen tsinte andriesmisse apostels te be/
talen ende tvoirs(creven) coren en(de) erweten te thienen te levere(n)/
inder herbergen des voirs(creven) goidshuys den voirs(creven) p(ro)cureurs/
des voirs(creven) goidshuys quol(ibe)t ass(ecutum) It(em) sal de voirs(creven) wynne de(n)/
voirs(creven) termijn lang dueren(de) de huysinge vanden voirs(creven)/
hove houden den voirs(creven) t(er)mijn lang duerende houde(n) wel/
ende loflijc van wande ende van dake mair oft d(air) aen/
van nyeuwen wercke yet gebrake te maken dair af sal/
de wynne ongehouden zijn Voirt sal de selve wynne/
betalen jaerlijcx allen den chijs ende co(m)mer uute(n) voirs(creven)/
goeden gaende sonder afslach vanden voirs(creven) pachte also/
in tijts dat dair gheen schade af en come It(em) sal de voirs(creven)/
wynne jaerlijcx halen met zijnen wagen ende p(er)den/
inde stad van namen sestien assen van wagen(en) die tvoirs(creven)/
goidshuys dair sal doen coepen ende die sal de wy(n)ne/
leveren in des voirs(creven) goidshuys herberghe te thienen/
It(em) sal de voirs(creven) wynne des voirs(creven) abts thiende wijn/
doen vergaderen ende bringen op mijns he(re)n cost inde/
voirs(creven) herberghe dair af de selve wynne hebben sal/
een ame wijns tsijnen verdoene It(em) sal de voirs(creven) wynne/
de voirs(creven) lande den voirs(creven) t(er)mijn lang dueren(de) wel ende/
loflijc wynnen werven ende mesten gelijc reengenote(n)
//
boven ende beneden ende die laten tsijnen afsceyden gelijc hij/
die vinden sal tsinen afsceyden aencomen dats te weten/
den wynteraert te cappendale houdende viii(½) boender be/
zayt met wynt(er)coren op vier getidige voren den zom(er)art/
en(de) de brake half omgedaen Ende waert dat bij roeke/
loosheyden des voirs(creven) wynnen oft zijns huysgesins/
de voirs(creven) huysinge verbernde(n) dat soude de selve/
wynne ten p(ri)se van goeden mannen de(n) voirs(creven)/
goidshuyse moete(n) verghelden en(de) verbernden die/
van wegen des abts oft zijns gesints roekeloosheit/
oft van vyantscape ende de selve wynne dair bij/
schade lede die scade soude tselve goidshuys hem/
desgelijcx verghelden It(em) sal de selve wynne binne(n)/
der maent van m(er)te naestcomen(de) zijn handen lichten/
vanden hove geheten cleyn cappendale ende dat laten/
varen ten zij bij consente vande(n) voirs(creven) abt It(em) wa(n)t/
de voirs(creven) wynne de(n) voirs(creven) goidshuyse van outs sculd(ich)/
bleven is ii[c] xlv(½) mudde tarwen xii mudde ii halster/
erweten ende sesse rijd(er)s soe heeft hij gelooft alle jae(re)/
d(air) af te betalen vijftich mudde tot dat al betaelt sal zijn/
Ende van alle(n) (et)c(etera) Sijn borghe(n) des voirs(creven) wynnen/
indi(vi)sim joes mennekens vader des voirs(creven) wynne(n) gheert/
ende joes mennekens zijn kijndere gheert boesman/
stas van haller wynne tsgoidshuys van lyntre te haller/
ende wouter vanden hove wynne int hof te boydens alle/
geswaghe(re)n d(er) voirs(creven) gebruede(re)n Et p(ri)mus En(de) borge(n)/
hebben malcande(er)n gelooft oft e(n)nich van hen geprae(m)t/
worde van des voirs(creven) steet dat zij die laste te gelike/
selen hulpen draghe(n) langrode heykens oct(obris) xix
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2016-09-13 door Jos Jonckheer