It(em) onlanx heeft jasp(ar) claes vorste(r) gevo(n)nist seke(r) scep(enen)/ br(ieven) va(n) loven(en) op g(er)de vande(n) veken(en) va(n) xiiii(½) r(yns) gul(den)/ bijde(n) selve(n) g(er)de geloeft tot seke(re)n dage(n) die ov(er)lede(n) zij(n)/ ende zijn de(n) meye(r) va(n) nethen(en) gescr(even) der stat brieve/ te(n) v(er)sueke desselfs jasp(ar)s den voirs(creven) g(er)de met/ aenstaste va(n) zijne(n) live en(de) rasteme(n)te va(n) zijne(n) goede(n)/ te bedwinge(n) totte(n) voldoen der selver br(ieve) Ende/ als de voirs(creven) g(er)t zijne(n) p(er)soen op tsijde heeft/ gehoude(n) heeft de voirs(creven) meye(r) de goede desselfs g(er)ts/ onder hem beslage(n) dair uuyt laur(eys) van wynge/ als geleyt met scepen(en) brieve(n) van loven(en) totte(n) goede(n)/ desselfs g(er)ts d(er) stat br(ieve) aend(en) voirs(creven) meye(r) v(er)worve(n)
//
heeft om de selve goede ontslage(n) te werde(n) En(de) jaspar/ en(de) alle ande(r) opponenten is dach van rechte besceyden/ op hede(n) voir meye(r) en(de) scepen(en) va(n) loven(en) d(aer) de voirs(creven)/ jasp(ar) gemeynt heeft dat hij niet tegenstaen(de) des/ voirs(creven) jasp(ar)s beleyde dat ov(er)lanck gemaect was mids/ div(er)sen reden(en) op de selve goede om zijn schout te/ gecrige(n) voirt volge(n) soude Vande(n) welke(n) de voirs(creven) laur(eys)/ meynde de (contra)r(ie) seggen(de) dat hij va(n) zijne(n) wettige(n) gebreke/ voirgae(n) soude en(de) d(aer)entende(n) liet hij de(n) voirs(creven) jasp(ar)e/ gewerde(n) met meer woirde(n) (et)c(etera) Ende soe was h(ier)op gewijst/ bijde(n) scepen(en) van loven(en) t(er) manisse(n) smeyers wair de voirscr(even)/ laur(eys) sijn wettich gebreck niet en v(er)cleerde alsoe dat/ den rechte genoech wae(r) dat de voirs(creven) jasp(ar) zij(n) recht/ om tsijnder schout te come(n) voirt volge(n) soude cor(am) o(mn)ib(us)/ scab(inis) ap(ri)lis xxvii