Want joes de becke(re) procur(ator) des godshuys va(n) p(er)ke als geleyt/ nades(er) stat recht onder de(n) ande(re)n tot alle(n) den goede(n) have en(de)/ erve he(n)r(ix) wile(n) vand(en) velde wair die belege(n) zij(n) hem metter/ stat br(ieven) gescr(even) aende(n) meye(r) va(n) werchte(re) oft zijne(n) stedehoud(er) hadde/ doe(n) leve(re)n alle de selve goede onder he(m) geleg(en) en(de) dach van/ rechte teene(n) zeke(re)n voirleden(en) daghe doe(n) beteyken(en) de wed(uwe)/ en(de) kinde(re) des voirs(creven) wile(n) henr(ix) dair de selve op hede(n) als/ ten verstreken(en) ende geco(n)tinueerde(n) daghe va(n) rechte/ de selve niet gecompareert en zijn noch procur(ator) oft/ ande(re) van hue(re)n wege(n) den voirs(creven) joese als procur(ator)/ trecht ernstelijck versueken(de) Soe hebben de scepen(en) va(n)/ loven(en) ter manisse(n) smeyers nae dat hen behoirlijck heeft/ gebleken bij resc(ri)pte ghijsbrechts lobs meyers va(n) werchte(re)/ voirs(creven) de voirs(creven) leveringhe en(de) dach bescheydinge nae/ inhoudt vand(en) v(er)sueckbr(ieven) geschiet te zijne gewijst voir/ een vo(n)nisse datme(n) den voirs(creven) geleyde(n) vand(en) voirs(creven) goede(n)/ houde(n) soude inde macht va(n) zijne(n) voirs(creven) beleyde soe v(er)re/ dat noch voir scepen(en) come(n) is cor(am) scab(inis) in sca(m)pno vide(licet)/ roelants berghen langr(ode) tybe willem(air) oct(obris) ultima