Opt re(n)voy v(er)socht bij woute(re)n vander rijt tege(n) janne va(n) q(ua)derebbe/ te geschien inde banck wout(er)s va(n) dielbeke te he(re)nthout d(air) de/ selve wouter als mo(m)boir vand(en) natuerlike(n) kinde(re)n arnts wile(n) van/ quaderebbe brued(er)s svoirs(creven) jans begonne(n) hadde te procede(re)n op zeke(re)/ goede desselfs jans va(n) quaderebbe onder de banck ald(air) gelegen voir/ zeke(re) acht(er)stelle van ix mudde(n) cor(ens) lijfpen(sien) die jan sculdich soude/ zijn geweest bauduyne en(de) m(ar)griete(n) na(tuer)like kinde(re)n arnts wilen/ va(n) quaderebbe voirscr(even) welck v(er)volch de selve jan als poirte(r) va(n)/ des(er) stat hadde doen uuytscrive(n) d(air) wout(er) gecompareert es zij(n) v(er)sueck/ op tvoirs(creven) renvoy doen(de) bij zeke(re)n reden(en) bij hem d(air)toe geallig(eer)t/ de welke hij p(rese)nteerde te bewijse(n) onder den ande(re)n dat jan hem/ ongepoirtert ende ongevrijdt verloeft soude hebben te he(re)nthout/ voirscr(even) voir eene(n) lanthof ald(air) geheete(n) den hof van leefdale met/ meer ande(re)n pointe(n) en(de) articule(n) bij hem bij geleecht dair bij hij/ meynde totte(n) re(n)voye te come(n) Tegen dwerlck jan sustine(re)nde/ de (con)trarie en meynde hem vanden acht(er)stelle niet v(er)loeft te/ hebben en(de) al wairt dat hij hem voe(r) de bewijssenisse vanden/ ix mudden v(er)loeft mocht hebbe(n) soe en was dat niet geschiet/ inde banck d(air) onder zijn goede d(air) wout(er) op hadde gevolcht ware(n)/ gelege(n) mair onder ander banck die ander hoot en(de) ressort hadde/ dewelke oick niet letten en soude(n) al wairt voir hen gere(n)voyeert/ op gelueften renu(n)ciacien guedinge(n) oft vestich(eit) gedaen inden voirs(creven)/ laethof ja al wairt vand(er) selv(er) sake(n) dat niet en was p(rese)nteerde/ hij te bewijse(n) dat de voirs(creven) v(er)volge en(de) besette inde scepen(en) banck/ ware(n) geschiet op zijn goede voir de acht(er)stelle d(er) voirs(creven) ix mudde
//
corens en(de) niet vand(er) bewijssenisse(n) met meer ande(re)n pointe(n) bij he(m)/ bijgeleght bijde(n) welke(n) hij sustineerde (contra)rie van wout(er)s v(er)sueke/ Wairt bij scepen(en) va(n) loven(e) ter manissen smeyers den thoen/ van beyden p(ar)tien geleyt zijnde d(air) zij bij scepen(en) vo(n)nisse toegewijst/ ware(n) d(air) bij het genoech bleeck dat jan hem v(er)loeft hadde/ voe(r) de bewijssenisse vande(n) ix mudd(e) cor(ens) inden laethof alleene/ en(de) niet voe(r) de pachte(n) Ende jan bewees dat dit v(er)volch onder/ de banck vand(en) scepen(en) ald(air) geschiedde voir de acht(er)stellige pachte(n)/ en(de) meer ande(re) pointe(n) werden in wed(er)zijden gehoirt gewijst/ bij vo(n)nisse gelieft woute(re)n vander rijt janne va(n) quaderebbe aen/ te spreken dat hij dat doen mach hier inde banck voir meye(r) ende/ scepen(en) va(n) loven(e) en(de) d(air)entenden recht cor(am) om(n)ib(us) dempt(is) lyemi(n)g(en)/ roelofs ap(ri)lis iii