Aldair joes vande(n) eechoute begonne(n) heeft zijn aensprake/ te doene inde banck voir meye(r) ende scepen(en) van loven(e) op/ gheerde vanden dale en(de) jouffr(ouwe) marien van grymberge(n) and(er)s/ van aa zijnder huysvrouwen ende elken bezundert soe he(n)/ dat aengaen mochte Es come(n) de selve g(eer)t voir hem en(de)/ als momboir der selv(er) zijnder huysv(rou)wen die schutten(de) en(de)/ versueken(de) en(de) sustine(re)nde voir al want hij ende zijn w(er)dy(n)ne/ bijden voirs(creven) joose alhier hadden geweest beclaecht voir/ eene so(m)me van iiii[m] rinssche gulden(en) en(de) alsoe gehecht/ dat zij van hier niet en mochte(n) ende hadden uuyt(er)lijck/ hen moete(n) verborgen met hubrechte(n) de ruyssche en(de) geluefte(n)/ van eede ende obligacien van hue(re)n goeden gedaen Dat/ de voirs(creven) joes schuldich soude zijn loflijcke borchtocht/ te stellen vanden onredelijcken costen die hij he(m) aendoe(n) soude/ Ende . oick van alsulker r(e)conve(n)cien alse hij op hem soude/ willen stelle doen met meer woirden dair toe int lange/ geallig(eer)t Dair tegen de voirscr(even) joes sustine(re)nde de/ contrarie p(rese)nteerde voir de onrechten costen borge(n) te stellen Mair voe(r) de reconve(n)cie die hij hem soude wille(n)/ doen de welke noch niet opgedaen en wa(r)e noch geclaert/ en meynde hij niet te derve(n) setten e(n)nighe borge(n) oft/ de voirscr(even) gheert te hemwert e(n)nich gebreck hadde/ sochte ende handelde dat met rechte soe hij van zijnd(er)/ zijden hadde gedaen met meer woirden en(de) redenen/ h(ier) toe in allen zijden geallig(eer)t Es ghewijst t(er) manisse(n)/ smeyers gelieft den verweerde(r) joes p(rese)ntacie aen te neme(n)/ dat hij dat doen mach Ende alse vand(en) borchtocht/ voe(r) de reco(n)vencie dat de verweerde(r) dairaff te te vroech/ op was [is] coram om(n)ibus scabinis in scampno dempto/ domino jacobo uuyte(n) lyemi(n)gen milite ip(s)a octana/ die mens(is) maii