SAL7372, Akte: V°304.1 (656 van 844)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°304.1  
Act
Datum: 1479-04-03

Transcriptie

2020-07-20 door xavier delacourt
Aldair jan de chenoit geheete(n) godfrin als geleyt totten/
goeden have ende erve jans wilen moleman te rechte betoge(n)/
heeft pete(re)n moleman inde banck voir meye(r) en(de) scepen(en) van/
loven(e) als oude(r) ende voir geleyt totten selven goeden om totte(n)/
zijne(n) te moege(n) come(n) en(de) van des voirs(creven) pet(er)s wettig(en) sculd(en)/
dair voe(r) hij geleyt was cleernisse nae recht te moeghe(n)/
hebben heeft de selve pet(er) die cleernisse behoirlijck bij/
eede bij voirgaen(de) vo(n)nisse va(n) scepen(en) va(n) loven(e) gedae(n) en(de)/
zijn schult ende gebreken va(n) zijne(n) beleyde bij zijne(n) eede/
gheve(r)ificeert inder manie(re)n h(ier)nae volgende Te weten(e) yerst/
datme(n) hem schuldich es te goeden ende te vestighen/
inde iii(½) dach(mael) lants gelege(n) te belanden(en) op te he(re)ntedelle/
dair zijn scepen(en) brieve d(air) voe(r) hij geleyt es mencie af make(n)/
oft inde stat van dien te betalen xxv rinssche gulden(en)/
eens Item noch gebreke(n) hem neghen wissen houts te/
loven(e) gelev(er)t vand(en) houte d(air) insgelijx zijn br(ieve) d(air) hij/
voe(r) geleyt es oick mencie af maken Item noch iii rinsche/
gulden(en) te xx stuv(er)s tstuck eene(n) st(uver) ii pl(a)c(ken) die hij v(er)legt/
heeft aen div(er)se p(er)sone(n) ter beg(er)ten svoirscr(even) wijlen jans/
molema(n)s die hem thout dat hij ontfangen heeft te loven(e)/
hebbe(n) gelev(er)t dat de selve wijlen jan en(de) zijn sone navolgen(de)/
den geluefte(n) selve thue(re)n laste hem sculdich ware(n) te/
loven(e) te leve(re)n It(em) noch iii gelijcke rinssche gulden(en) en(de) xii st(uvers)/
van coste(n) inden gedinge en(de) v(er)volge v(er)legt Ende soe wa(n)neer/
de voirscr(even) gued(inge) gedae(n) oft xxv r(inssche) g(ulden) en(de) de ande(re) gebreken/
voirs(creven) vernuecht ware(n) dan soude(n) tsijne(n) laste staen de vier/
pet(er)s lijftochte(n) ae(n) goessen(en) [vacat] barbier d(air)voe(r) hij des voirs(creven)/
wile(n) jans molema(n)s borge voirsteet Welke(n) eedt gedae(n) zijnde/
en(de) bijde(n) voirs(creven) ja(n)ne godfrin ov(er)hoirt heeft de selve jan ge(con)se(n)tert/
en(de) ov(er)gegeve(n) dat de voirscr(even) pet(er) de voirs(creven) goede/
[die hem soe hij bekinde te bierbeke en(de) belanden(en) wae(re)n gelevert en(de) bij scepen(en) vo(n)nisse aenge van loven(e) aengewesen] executere/
en(de) zijn voirscr(even) schult d(air)af trecke Dwelck de voirs(creven) pet(er)/
aengenome(n) heeft te doe(n) soe corts als hij sal come(n) en(de) moge(n)/
In scampno p(rese)ntibus roelants berghen langrode tybe/
willemair aprilis iii
Nagekeken doorGreet Stevens
ModeratorGreet Stevens
Laatste update:: 2016-09-20 door Xavier Delacourt