SAL7373, Akte: R°121.2-V°121.1 (280 van 786)
Akte R°121.2-V°121.1
Act
Datum: 1479-11-16
Transcriptie
2019-12-08 door Greet FobletsNae dien dat voir den borg(er)meester giel(ise) van cav(er)son come(n) is/
jan van leeuwe tegen ja(n)ne van ost als procur(eur) hee(re)n jans van/
dyeve(n) te kinne(n) geven(de) dat hij en(de) sijne p(ar)tie op hede(n) beyde met/
scepen(en) vo(n)nisse thue(re)n thoene sijn gewijst tegen malcande(re)n
//
ende want de scepen(en) vertoge(n) wae(re)n eer de voirs(creven) jan van/ leeuwe dach van thoene(n) conste geneme(n) ende hem niet wel/ moegelic en wae(r) soe hij seyde sijn getuge(n) te comen gecrig(en)/ ten naeste(n) dage van gedinge te weten(e) op overmorge(n) voe(r) noene/ Soe heeft hij versocht aen den voirs(creven) van ost om uutstel/ van zijne(n) thoendage tot van heden in acht dage(n) op dat hij/ tege(n) dien dach sijn getuge(n) mocht doen bescrive(n) ende hem d(air)/ mede behulpe(n) dair tege(n) de voirs(creven) van ost p(ro)cur(eur) seggen(de) dat/ hij niet sculd(ich) en wae(r) e(n)nich uutstel te doen(e) te voird(er) want/ van sijnd(er) zijde(n) alreede de getuge(n) wae(re)n gedaecht tegen/ in dondersdage naestcomen(de) wair op de voirs(creven) van leeuwe ov(er)gaf/ dat de voirs(creven) van ost met sijne(n) getuyg(en) dan voirt voe(re) mair dat/ he(m) zijne(n) thoendach wordde verlingt en(de) geco(n)tinueert tot op/ in dijssend(age) naestcomen(de) Soe heeft de selve borg(er)meester/ van zijnd(er) officie(n) op dovergeven svoirs(creven) van leeuwe ende/ genoech bij consente vand(en) voirs(creven) van ost die ae(n)nam dat/ zijne(n) meester te cundige(n) den dach van thoene svoirs(creven) van leeuwe/ geco(n)tinueert ende verlingt tot in dijssend(age) naestcomen(de) te/ mistide cor(am) pred(i)c(t)o burg(imagistro) no(vem)[br(is)] xvi
//
ende want de scepen(en) vertoge(n) wae(re)n eer de voirs(creven) jan van/ leeuwe dach van thoene(n) conste geneme(n) ende hem niet wel/ moegelic en wae(r) soe hij seyde sijn getuge(n) te comen gecrig(en)/ ten naeste(n) dage van gedinge te weten(e) op overmorge(n) voe(r) noene/ Soe heeft hij versocht aen den voirs(creven) van ost om uutstel/ van zijne(n) thoendage tot van heden in acht dage(n) op dat hij/ tege(n) dien dach sijn getuge(n) mocht doen bescrive(n) ende hem d(air)/ mede behulpe(n) dair tege(n) de voirs(creven) van ost p(ro)cur(eur) seggen(de) dat/ hij niet sculd(ich) en wae(r) e(n)nich uutstel te doen(e) te voird(er) want/ van sijnd(er) zijde(n) alreede de getuge(n) wae(re)n gedaecht tegen/ in dondersdage naestcomen(de) wair op de voirs(creven) van leeuwe ov(er)gaf/ dat de voirs(creven) van ost met sijne(n) getuyg(en) dan voirt voe(re) mair dat/ he(m) zijne(n) thoendach wordde verlingt en(de) geco(n)tinueert tot op/ in dijssend(age) naestcomen(de) Soe heeft de selve borg(er)meester/ van zijnd(er) officie(n) op dovergeven svoirs(creven) van leeuwe ende/ genoech bij consente vand(en) voirs(creven) van ost die ae(n)nam dat/ zijne(n) meester te cundige(n) den dach van thoene svoirs(creven) van leeuwe/ geco(n)tinueert ende verlingt tot in dijssend(age) naestcomen(de) te/ mistide cor(am) pred(i)c(t)o burg(imagistro) no(vem)[br(is)] xvi
Nagekeken door: Greet Stevens
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2016-11-22 door Jos Jonckheer