SAL7373, Akte: V°140.4-R°141.1 (325 van 786)
Akte V°140.4-R°141.1
Act
Datum: 1479-12-09
Transcriptie
2020-02-09 door Greet FobletsIt(em) claes van bo(m)male in p(rese)ncia heeft genome(n) ende bekint/
dat hij genome(n) heeft van hee(re)n ja(n)ne van langrode priest(er)/
admi(ni)strate(ur) des godshuys van vlierbeke de goede desselfs/
godsh(uys) hier nae bescr(even) Te weten(e) ierst drie en(de) een/
half boende(re)n lants gelege(n) in drie stucken deen stucke/
d(aer) af houden(de) een boend(er) tussche(n) de goede des voirs(creven) godsh(uys)/
die houden(de) is henr(ic) brugman en(de) de goede desselfs godsh(uys)/
die houden(de) is lucas vand(er) calste(re)n dande(re) houden(de) oick/
een boend(er) tusschen de goede des voirs(creven) godsh(uys) die jan grijm
//
gehouden heeft Ende tderde houden(de) sesse dachmalen geleg(en)/ tussche(n) de goede des voirs(creven) godsh(uys) die de voirs(creven) lucas houden(de)/ is en(de) de goede desselfs godsh(uys) die de voirs(creven) jan grijm heeft/ gehouden gelijc de voirs(creven) drie p(ar)cheele(n) gelegen zijn achter/ tvoirs(creven) godsh(uys) neven den wech gaende ter heergrecht weert/ It(em) noch drie dach(malen) lants toebehoe(re)nde der pitancie(n) des voirs(creven)/ godsh(uys) gelege(n) opten moelenwech tusschen de goede jans/ en(de) symoens de schepe(re) gebruede(re)n Te houden te hebben en(de)/ te wynnen van halfmerte over twee jae(re)n naestcomende/ eene(n) t(er)mijn van negen jae(re)n lang deen nae dande(r) sonder/ middel vervolgen(de) Elcx jaers dae(re)nbinne(n) de voirs(creven) lande/ uutgenome(n) de voirs(creven) drie dach(malen) lants toebehoeren(de) der pitancie(n)/ om ende voe(r) acht en(de) een half mudd(en) corens en(de) de selve/ drie dach(malen) om ende voe(r) drie en(de) een half mudd(en) cor(ens) al/ mate en(de) pacht van loeven(e) wel bereyt cu(m) va(nn)[o] Alle jare/ s(in)[t] andr(iesmiss)[e] ap(ostel)s te betalen(e) en(de) int godsh(uys) oft te loeven(e) dairt/ m(ijn) hee(re) best gelieve(n) sal te leve(re)n quol(ibet) ass(ecutu)[m] It(em) is vorweerde/ dat de voirs(creven) claes de voirs(creven) lande wynne(n) werve(n) ende/ mesten sal zijne(n) voirs(creven) t(er)mijn lang dueren(de) wel en(de) loflijc/ gelijc reeng(enoten) bove(n) ende beneden en(de) die laten tsijne(n) afsceyde(n)/ Te weten(e) de vi dach(malen) met roggen stoppelen ende de drie/ dach(malen) der pitancie(n) toebehoe(re)nde bloot te halfmerte En(de) alle/ dese vorweerden condicie(n) ende gelofte(n) (et)c(etera) cor(am) reth(eman) moelen/ decembr(is) ix
//
gehouden heeft Ende tderde houden(de) sesse dachmalen geleg(en)/ tussche(n) de goede des voirs(creven) godsh(uys) die de voirs(creven) lucas houden(de)/ is en(de) de goede desselfs godsh(uys) die de voirs(creven) jan grijm heeft/ gehouden gelijc de voirs(creven) drie p(ar)cheele(n) gelegen zijn achter/ tvoirs(creven) godsh(uys) neven den wech gaende ter heergrecht weert/ It(em) noch drie dach(malen) lants toebehoe(re)nde der pitancie(n) des voirs(creven)/ godsh(uys) gelege(n) opten moelenwech tusschen de goede jans/ en(de) symoens de schepe(re) gebruede(re)n Te houden te hebben en(de)/ te wynnen van halfmerte over twee jae(re)n naestcomende/ eene(n) t(er)mijn van negen jae(re)n lang deen nae dande(r) sonder/ middel vervolgen(de) Elcx jaers dae(re)nbinne(n) de voirs(creven) lande/ uutgenome(n) de voirs(creven) drie dach(malen) lants toebehoeren(de) der pitancie(n)/ om ende voe(r) acht en(de) een half mudd(en) corens en(de) de selve/ drie dach(malen) om ende voe(r) drie en(de) een half mudd(en) cor(ens) al/ mate en(de) pacht van loeven(e) wel bereyt cu(m) va(nn)[o] Alle jare/ s(in)[t] andr(iesmiss)[e] ap(ostel)s te betalen(e) en(de) int godsh(uys) oft te loeven(e) dairt/ m(ijn) hee(re) best gelieve(n) sal te leve(re)n quol(ibet) ass(ecutu)[m] It(em) is vorweerde/ dat de voirs(creven) claes de voirs(creven) lande wynne(n) werve(n) ende/ mesten sal zijne(n) voirs(creven) t(er)mijn lang dueren(de) wel en(de) loflijc/ gelijc reeng(enoten) bove(n) ende beneden en(de) die laten tsijne(n) afsceyde(n)/ Te weten(e) de vi dach(malen) met roggen stoppelen ende de drie/ dach(malen) der pitancie(n) toebehoe(re)nde bloot te halfmerte En(de) alle/ dese vorweerden condicie(n) ende gelofte(n) (et)c(etera) cor(am) reth(eman) moelen/ decembr(is) ix
Nagekeken door: Greet Stevens
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2016-11-29 door Jos Jonckheer