Het zijn comen tegen malcande(re)n voir den raide vander stadt jan/ blanckart ter eender zijden en(de) everart de pape ter ande(re) Aldair de voirs(creven)/ jan exhibeerde eenen brief van ghichtingen voirmaels bij hem opden/ voirs(creven) everarde gedaen tende(re)nde dair toe voir zijn co(n)clusie dat de/ voirs(creven) everaert gehouden soude zijn hem te voldoen(e) tghene des hij/ he(m) uut saken der selver ghichtingen sculdich es dair tegen de voirs(creven)/ everart he(m) verantweerden(de) dede lesen zeke(re) acten h(ier)op tusschen hen/ geschiet voir den raidt vand(er) stadt vand(en) daet m(ar)cii s(e)c(un)da a(n)no lxxiii/ Seggen(de) nae dien dat de selve acten claerlijc begripen dat de/ voirs(creven) jan blanckart de pointen aldair genoempt den voirs(creven) everarde/ met gescrifte overgheven soude om hem d(air)op te beraden(e) tot eenen/ seke(re)n daghe aldair genoempt en(de) alsdan te seggen(e) tghene des hij/ in zijne(n) raide bevi(n)den soude En(de) want op tghene des desen nae/ volgen(de) dair toe geschiet was en(de) overgegeven gheen uuterlijc/ beslicht en was gedaen dat dairo(m)me de selve jan met zijne(n) v(er)sueke/ te vroech op wae(re) en(de) verdoolt dair tegen de voirs(creven) jan blanckart/ p(rese)nteerde zijne(n) eedt dat hij naevolgen(de) den voirs(creven) acten deselve/ zijn pointen overgegeven heeft in tijts en(de) in uren en(de) de voirs(creven)/ everaert p(rese)nteerde ter ande(r) zijden oic zijne(n) eedt dat hij opt selve/ overgegeve(n) zijn antweerde blanckart dairop zijn replike en(de)/ hij dair op zijn duplike ov(er)gegeve(n) hadde d(air)op alnoch noyt beslicht/ en geschiedde en(de) welke scriftue(re)n hij heeft zee(r) ernstelijc doen/bevi(n)den sueken mair niet en heeft co(n)nen bevi(n)den vanden welken/ oic hij everart bij hem copie hadde overgeven(de) dat de hee(re)n/ die copie overnemen en(de) dair op hue(r) appointeme(n)te maken/ Oft dat jan blanckart naevolgen(de) den voirs(creven) acten alnoch/ zijn gebreken in gescrifte overgheve te dien ynde dat hij/ d(air)op geantweert hebben(de) dair inne moege gebue(re)n des recht/ wesen sal Tegen dwelc de voirs(creven) blanckart alt(er)ce(re)nde hoopte/ den voirs(creven) everarde gehouden te hebben(e) voirt voldoen der voirs(creven)/ zijnder ghichtingen Aldair den voirs(creven) p(ar)tien uutgesproken wart/ dat de voirs(creven) jan blanckart kuese hebben soude alnoch zijn/ voirs(creven) pointen va(n) gebreken den voirs(creven) everarde over te gheven/ in gescrifte tot eenen seke(re)n daghe om d(air)inne te geschieden(e)/ des behoiren sal Oft dat de voirs(creven) everart de copie vand(en) voir/ scriftue(re)n stellen sal inder wet handen om d(air)op te procede(re)n en(de)/ dairinne te doen des behoe(re)n sal va(n) rechte Op dwelc de voirs(creven)/ blanckart coes zijn pointen va(n) gebreken over te gheven in/ gescrifte ten weten(e) naesten daghe te weten op overmorgen/ Act(um) in (con)silio opidi ip(s)o die m(er)curii nove(m)br(is) xiiii