cfr V215.1/ It(em) jan de smet s(one) wile(n) ja arnts stroideck(er) in p(rese)ncia heeft gekint/ en(de) gelijdt dat hij voir he(m) sijne(n) erve(n) en(de) nacomelinge(n) tot behoef/ vand(en) wettige(n) kind(ere)n roelofs vand(er) elst en(de) huir(er) nacomeling(en) dat/ hij vand(en) ii huysen mett(en) toebehoirt(en) neve(n) een geleg(en) opt(en) lang(en)/ keyberch tussc(en) de goede d(er) kind(ere)n wille(m)s wile(n) molesleg(er)s t(er) eend(er) en(de)/ gorts de pape t(er) and(ere) sculd(ich) is te drage(n) erflijc alsulk(en)/ ii s(chellingen) [cap(uynen)] en(de) iiii cap(uynen) [s(chellingen)] outs chijs alse d(air) op dexecuteurs vand(en) testa(men)[te]/ en(de) uut(er)ste(n) wille he(m) die des vors(creven) wile(n) roelofs he(m) die warandeerde(n)/ maii xviii lestlede(n) alse zij he(m) die uutgave(n) al en wart soe dat bevonde(n)/[wordde dat] die namelijc opde selve goede niet en stonde(n) en(de) dat hij dand(er) goede/ dair die op soud(en) mog(en) bevonde(n) wordd(en) staen(de) steet en(de) de besitt(er)s d(er)/ selv(er) sculd(ich) es En(de) heeft gelooft d(air) af tot eeuwig(en) daig(en) te lossen/ Cor(am) eisd(em)