Item boudewijn svorsters wonen(de) te lebbeke die alh(ier) mett(er)/ stat brieven uuyt machte van scepen(en) brieve(n) va(n) loven(e) bescr(even)/ was te voldoen(e) va(n) betalinge(n) en(de) bewijsseniss(en) va(n) (½) rijder/ lijfpen(sie) d(aer)inne hij en(de) zij(n) huysvr(ouwe) v(er)bonden stonden aen woute(re)n/ zanne(n) d(aer)aff den dach op heden diende heeft he(m) selve(n) en(de)/ als mo(m)boir zijns wijfs te rechte gep(rese)nteert tegen den selve(n)/ woute(re)n ald(aer) hij niet gecompareert en is noch procur(eur) van/ zijne(n) wege(n) in scampno septembr(is) xvi