Item henrick van ravescote die hem met brieve(n) vander stat gescr(even)/ aenden meye(re) van libbeke hadde doen leve(re)n zijne onderpande/ chijse ende ande(re) [eygen] goede wesen(de) va(n) zijne(n) xviii(½) mudden core(n)s erflijc/ verpant op tgoet van schoonenb(er)ge henrix van pulle en(de)/ die in rechte come(n) is dien navolgen(de) inde banck voir/ meye(re) en(de) scepen(en) va(n) loven(e) tege(n) den selve(n) va(n) pulle om inde/ selve zijne onderpande gewesen te worde(n) aldair de selve va(n)/ pulle gep(rese)nteert heeft te thoene(n) dat de leveringe geschiet/ was op de leengoede en(de) niet op chijsgoede sustine(re)nde alsoe/ dat de voirscr(even) va(n) raveschote d(aer)mede v(er)doelt was op dwelck/ bij ontkynne(n) des voirscr(even) va(n) raveschote deselve va(n) pulle tot/ zijne(n) thoene gewijst is Es come(n) voir scepen(en) van loven(e) h(ier)nae/ bescreve(n) en(de) [heeft] van dien instan(cien) en(de) accessoire mids dien dat hij/ hem bemoeyen mach dat doffic(ie)r va(n) libbeke zij(n) debvoir nae/ inhoudt vand(en) voirscr(even) versuecbr(ieven) d(er) stat va(n) loven(e) niet behoirlijck/ en heeft gedaen ge(re)nu(n)cieert p(rese)nte(re)nde de costen va(n) rechte/ vand(er) selver instan(cien) en(de) accessoire bijder wed(er)p(ar)tien geled(en) te/ betalen ten ynde dat dair inne gheene voird(er) coste(n) en/ gebue(re)n cor(am) nausnyde(re) tants febr(uarii) v[ta]