Item daniel frix ende henr(ic) van raveschote hebbe(n) gelooft/ ind(ivisim) gheerde duegens dat sij den selve(n) g(heer)de los houden/ ontheffen ende scadeloos lossen sullen van alsulk(en) thien/ stuv(er)s erflic als d(air) voe(r) de selve g(heer)de als borge laur(eys) frix/ ende laur(eys) nijs den jongen v(er)oblig(eer)t es voir scepen(en) van/ loeven(e) ende met scepen(en) br(ieven) van loeven(e) aen dambacht/ vand(en) beckers oft den arme(n) vand(en) selve(n) alsoe dat de selve/ g(heer)t noch sijn goede oft erfg(oede) dair aff nyet gepraemt noch/ belast en sullen wordden Et t(antu)m Et p(ri)mus Bij alsoe/ dat de selve g(heert) sonder zijne(n) cost hen t(er) ande(r) zijden met/ zijne(n) beleyde ende ande(re)n zijne(n) bescheide dat hij heeft doe(n)/ sal alle behulpe he(m) moegelijc zijnde opden voirs(creven) laur(eyse)/ frix en(de) laur(eyse) nijs ende hue(r) goede zoe wel opde schale(n)/ die laur(eyse) frix toebehoirde(n) die ja(n)ne vand(en) dale pantsgewijse/ in hande(n) gestelt wa(r)en als op dand(ere) cor(am) g(odefrido) b(er)ge hove/ sept(embris) xxi