SAL7382, Akte: R°74.4-R°75.1 (140 van 482)
Akte R°74.4-R°75.1
Act
Transcriptie
2012-09-13 door Dirk De WeverNae dien dat op heden comen sijn bijden raide vand(er)/stadt henricus hanckart secretar(is) d(er) selv(er) stadt en(de) arnt/sijn brued(er) geven(de) aldair te kynnen dat peet(er) wijlen/vander wympen sitten(de) in huwelijken state met
//
marien kempeneers sijnd(er) weerdynne(n) acht(er)gelate(n) hadde een docht(er)/geheete(n) linken en(de) hoe dat de selve marie als langste leven(de)/wed(er)om gehuwede nemen(de) eene(n) mansp(er)soen van antwerpen/mette(n) welken zij toech woene(n) met allen hue(re) gereede lopen(de)/tot eend(er) groot(er) so(m)men ind(er) stadt van antwerpen aldair/sij aflivich worden es laten(de) acht(er) de voirs(creven) gebuerte van/hue(re)n yerste(n) man ende hoe dat e(n)nige mage vanden selve(n)/kinde van svaders sijden ind(er) stadt van antwerpe(n) wonen(de) die /tvoirs(creven) kint hielden hen pijnden te v(er)coopen(e) sond(er) hooge(n)/sond(er) hooge(n) derffelicheyt den voirs(creven) kinde toebehoiren(de) hem /van sijnd(er) moed(er) sijden aencome(n) sond(er) consent weten(e) oft/bijsijne va(n) e(n)nigen mo(m)boirs vand(er) selv(er) moed(er) sijden onder/tschijn van e(n)nigen mo(m)boirien die hen ind(er) stadt van/antwerpe(n) bij der wet aldair d(air) toe geco(m)mitteert toege/vuecht mach wesen welke henrick en(de) arnt voirs(creven) als/maghe vand(er) moed(er) wegen d(er) voirs(creven) wet die te kynne(n) /gave(n) bege(re)nde want dese weese was eene ingeboire(n)/poirt(er)sse en(de) de stadt de ov(er)ste mo(m)boir was van/allen alsulken weesen en(de) de erfgoede meest deel ond(er) den/q(ua)rtie(re) en(de) bedrive van des(er) stadt gelegen wae(re)n de welke/eensdeels als voirscr(even) steet bijden mo(m)boire(n) oft vrinden/van svaders sijden vertiert en(de) v(er)cocht wae(re)n sond(er) bijsijne/van yema(n)de vand(er) moed(er) sijden en(de) de pe(n)ni(n)ge d(air)aff met/hen tantweerpe(n) weert gevuert meynen(de) die nae hue(re)n/goetduncken(e) ald(air) te belegge(n) oft te bekee(re)n dair die uut/huer(en) natue(re)n van rechte souden moege(n) wordden gestelt/soe sij dat int langhe ald(air) te kynne(n) gave(n) dat den/selve(n) wethoude(re)n believe(n) woude yema(n)de te cree(re)n/vande(n) mage(n) en(de) vrinde(n) vand(er) moeder wege(n) van/welker sijden sij spreken(de) wae(re)n om totte(n) regime(n)te/bewinde en(de) hanteringe(n) vand(er) selv(er) weesen en(de) hue(re)n/goeden te v(er)stane soe sij van rechts wegen als/richt(er)s in desen sculdich sijn te doen(e) Soe hebben de/selve wethouders bevi(n)den(de) de beg(er)te d(er) selv(er) in reden(en)/en(de) goed(er) iusticie(n) gefondeert te sijne get(er)mineert en(de)/uutgesproken dat sij totte(n) voirs(creven) regime(n)te bewinde/en(de) toesiene d(er) weesen voirs(creven) en(de) huer(en) goede geco(m)mitt(er)t/en(de) gelast hebben ende mits desen lasten en(de) (com)mitte(re)n als/mo(m)boirs en(de) regeerders d(er) selv(er) van huer(er) moed(er) wegen
//
/den selve(n) henricu(m) en(de) arnden hanckart ende met hen henric/vand(er) borch als wethoude(re) en(de)arnt raid van des(er) stadt om/bij hen oft den ghene(n) die zij in desen sulle(n) moege(n) last/p(ro)cu(r)atie en(de) mechtich(eyt) geve(n) gedaen te wordden(e) des ten meeste(n) /orbe(re) en(de) p(ro)uffijte d(er) selv(er) weesen sal moegen diene(n) altijt op/goede rekeni(n)ge et reliq(ua) alsoe dat behoirt in (con)silio opidiaug(usti) xvi/
//
marien kempeneers sijnd(er) weerdynne(n) acht(er)gelate(n) hadde een docht(er)/geheete(n) linken en(de) hoe dat de selve marie als langste leven(de)/wed(er)om gehuwede nemen(de) eene(n) mansp(er)soen van antwerpen/mette(n) welken zij toech woene(n) met allen hue(re) gereede lopen(de)/tot eend(er) groot(er) so(m)men ind(er) stadt van antwerpen aldair/sij aflivich worden es laten(de) acht(er) de voirs(creven) gebuerte van/hue(re)n yerste(n) man ende hoe dat e(n)nige mage vanden selve(n)/kinde van svaders sijden ind(er) stadt van antwerpe(n) wonen(de) die /tvoirs(creven) kint hielden hen pijnden te v(er)coopen(e) sond(er) hooge(n)/
//
/den selve(n) henricu(m) en(de) arnden hanckart ende met hen henric/vand(er) borch als wethoude(re) en(de)
Nagekeken door: Jos Jonckheer , Inge Moris
Moderator: Inge Moris
Laatste update:: 2012-09-13 door Inge Moris