Nae dien dat comen zijn bijden raide vander stat joes van beausart zone wijlen gheerts t(er) eender en(de) jan vande(n) kerchove die alsnu getrout heeft g(er)truyden me(n)nekens moeder des voirs(creven) joes en(de) weduwe des voirs(creven) wijlen gheerts t(er) ande(re) zijden aldair de voirs(creven) joes te kynnen gaff hoe dat hij gepraemt wert van zeke(re)n quoten ende taxen diemen der stadt van loven(en) als hij verstont alnoch tachter was uut saken vanden hove ende goeden te beausart toebehoiren(de) den godshuyse van aen de welke zijn vader gehouden hadde comen(de) spruyten de selve resten en(de) pe(n)ningen t(er) causen vand(er) finan(cien) bijden lande gedaen t(er) tijt vand(er) lest(er) orloge(n) van luydick loepen(de) ter so(m)men va(n) lxxvii rinsguld(en) x s(tuvers) oft d(air) omtrint diemen van hem want hij tvoirs(creven) hoff nu t(er) tijt besitten(de) was betaelt woude hebben vanden
//
welken hij sustineerde want zijn vader doen t(er) tijt tvoirs(creven) goet besitten(de) was ende de voirs(creven) schult bij hem alsoe verschenen ende dair inne noch tvoirs(creven) goet gehouden hadde wel vier jae(re)n lanck dat de voirs(creven) jan vanden kerchove die de voirs(creven) wed(uwe) getrout hadde schuldich soude zijn de voirs(creven) scult te drage(n) te voirde(re) want de pechtinge van zijne(n) vader en(de) die hij oic genomen hadde begrepen ende inne hielden dat elc wynne van tijde wesen(de) alle lasten die uut saken vanden hove het wae(re)n beden oft ande(re) bijden zelve(n) gedragen souden wordden zonder last vanden godshuyse voirs(creven) dair tegen de voirs(creven) vanden kerchove sustine(re)nde de contrarie seggen onder den ande(re)n hoe dat de voirs(creven) joes tvoirs(creven) goet ov(er)genomen hadde met zeke(re)n p(re)sten van thiend(en) ende and(er)ssins van wagen(en) ende peerden ende bevorw(er)t was alsoe hij seyt dat hij alle laste(n) dragen soude diemen uut saken vanden goeden voirs(creven) soude moege(n) eysschen dat hij mids dien vand(en) voirs(creven) scult ende eysch ongehouden soude wesen bekynnende genoech de voirs(creven) clausule vand(er) pechtinge(n) alsoe te wesen(e) gelijck tselve oick genoech bleeck es geappointeert aengesien dat de voirs(creven) scult ten tijde van joes vader verschenen was nae dbescheyt vand(er) pechtingen voirs(creven) dat de voirs(creven) jan vand(en) kerchove tvoirs(creven) rest v(er)nuegen ende betalen zall behalve(n) altijt den zelve(n) janne zijne actie tegen den voirs(creven) joese van des zij malcande(re)n bevorw(er)t oft toegeseyt zoude(n) moegen hebben ende oic van allen quitan(cien) diemen bevi(n)den soude moege(n) tzijnd(er) ontlastingen gegeven te zijne in betaling(en) d(er) voirs(creven) so(m)men actum in consilio opidi januarii xv