Tusschen janne camus en(de) pete(re)n de mont acht(er)volgen(de) den dage/van thoene die de selve camus nam junii xxvii lestlede(n)/d(air)aff den dach op heden dient en(de) tot welken dage van/heden de selve cam(us) claerlijck gethoent heeft met certificatien/van thiene(n) dat de selve cam(us) ald(air) vande(n) selve(n) eyssche/quijtgewesen was Es uutgesproken nae dat de selve/peter gesustineert heeft dat d(air) mede tdorp va(n) rameilluz/nyet quijt en was mair dat hij en(de) oick jan darion/dair oic p(rese)nt sijnde inden name vande(n) dorpe hem/betalinge doen soude(n) vanden costen en(de) lasten die hij van/sdorps wege(n) hadde geleden dat de selve pet(er) opde(n) voirs(creven)/camus v(er)doelt was navolgen(de) d(er) certificatien va(n) thiene(n)/en(de) want de selve camus allig(er)de hoe pete(re)n tande(ren) tijden/gep(rese)nteert was dat hij bij die vande(n) dorpe q(ua)me en(de)/dair clairde bij eede sijn verlegge(n) voir tdorp en(de) gebreck/van dien die vanden dorpe souden hem guetlijck voldoen/soe es hem dat gelast alsoe te doen(e) en(de) oft hij dan gebreck
//
hadde oft dat sij niet en consten ov(er)come(n) zoe mocht hij dan/hier come(n) om dairaff gedaen te wordden(e) soe behoire(n) soude/en(de) dat pet(er) de bedesette(re)n hue(re) costen in redelijcker wijs betalen/sal in (con)silio opidi p(rese)ntib(us) hove burgi(magistr)[o] hoeve(n) scabino nau/snyde(re) (con)siliario et plu(r)ib(us) aliis de (con)silio julii xi/