SAL7385, Akte: R°307.2-V°307.1 (593 van 1086)
Akte R°307.2-V°307.1
Act
Datum: 1492-01-19
Transcriptie
2018-08-17 door kristiaan magnusWant liebrecht jacobi die als man ende mo(m)boir jouffr(ouwe)/
johanne(n) lobbe weduwe anthoenis wile(n) lenart nae/
des(er) stadt recht voir sijn wettich gebreck uut crachte/
van scepen(en) brieven van loeven(en) comen en(de) geleydt es/
tot allen den goede(n) beyde have ende erve jans wile(n)/
roesarts ende jouffr(ouwe) marien van ghete al(ia)s mailh(er)be/
zijnd(er) huysvr(ouwe) soe wair die gelegen zijn
[en(de) besund(er)t totte(n) goeden naebescr(even)] hem met/
open(en) brieven van des(er) stadt gescreven aen alle/
officie(re)n alle de selve behoirlijck heeft doen leve(re)n/
ende de [weduwe en(de)] erfgename(n) ende wynne(n) desselfs dach/
van rechte alhier te compare(re)n inde banck voir/
meye(r) ende scepen(en) van loven(en) oft zij hen d(aer)tegen/
hadde(n) wille(n) oppone(re)n doen bescheyden Aldair/
zij op heden als ten verstreken(en) daghe niet gecompa/
reert en zijn noch nyemant van hue(re)n wegen/
den voirs(creven) geleydden compare(re)nde en(de) trecht voirt/
versueken(de) Soe hebben de scepen(en) van loeven(en) t(er)/
manissen smeyers nae dat hen behoirlijck heeft
//
gebleke(n) bij rapporte wout(er)s van boene(n)rode des(er)/ stadt geswoirne bode tvoirs(creven) exploit behoirlijck/ gesciet te zijne bijde meyers van berthem den stadh(ouder)/ van cortbeke ov(er)dijle van melin en(de) vileer p(er)weys/ de voirs(creven) leveri(n)ge ende dachbesceydi(n)ge behoirlijck/ gesciet te zijne vonneslijck gewijst datme(n) den/ selve(n) geleydden vanden voirs(creven) goeden houden soude/ inde macht van zijne(n) beleyde scepen(en) brieven ende/ leveri(n)gen alsoe verre alst noch voir scepen(en) come(n) es/ in scampno januarii xix
//
gebleke(n) bij rapporte wout(er)s van boene(n)rode des(er)/ stadt geswoirne bode tvoirs(creven) exploit behoirlijck/ gesciet te zijne bijde meyers van berthem den stadh(ouder)/ van cortbeke ov(er)dijle van melin en(de) vileer p(er)weys/ de voirs(creven) leveri(n)ge ende dachbesceydi(n)ge behoirlijck/ gesciet te zijne vonneslijck gewijst datme(n) den/ selve(n) geleydden vanden voirs(creven) goeden houden soude/ inde macht van zijne(n) beleyde scepen(en) brieven ende/ leveri(n)gen alsoe verre alst noch voir scepen(en) come(n) es/ in scampno januarii xix
Nagekeken door: Karel Embrechts
Moderator: Karel Embrechts
Laatste update:: 2015-08-12 door Agata Dierick