SAL7385, Akte: V°96.2 (196 van 1086)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°96.2  
Act
Datum: 1491-09-12

Transcriptie

2018-08-07 door kristiaan magnus
It(em) jan herthals sone wijle(n) hubrechts in p(rese)ntia heeft/
geloeft op sijn lijf ende op sijn goet ende op peysbreke/
ende zoenbreke te zijne dat hij om gheend(er)ley sake(n) oft/
stucke(n) wille die geschiet moegen zijn totten daghe toe/
van hede(n) tusschen de borg(er)meeste(re)n scepen(en) ende raide/
der stadt van loeven(en) oft enigen van hen in gene(r)al oft in/
p(ar)ticuli(er) ter eenre ende hem t(er) ande(r) de selve borghemeeste(re)n/
scepen(en) ende raidt noch negheene(n) van hen ne(m)mermeer/
wangonst hatye veede noch vyantscap doen noch drage(n)/
en sal hinde(re)n noch crencken aen lijff noch aen goet/
daigen noch moeyen buyten lants noch oic te campe/
eysschen bij hem selven noch nyeman(de) and(er)s Bekynnen(de)/
ende lijden(de) wair hij hier tegen dade dat hij sijn soude/
peysbreke ende zoenbreke ende dat hij v(er)buert soude/
hebbe(n) sijn lijf en(de) goet ond(er) wat he(re)n oft gerichte dat/
hij bevonde(n) wordde Behalve(n) heeft hij hen in gene(r)al/
oft enige(n) va(n) hen int p(ar)ticuli(er) aen te spreke(n) dat hij dat/
doen mach met rechte cor(am) berghe tymple septembr(is)/
xii
Nagekeken doorKarel Embrechts
ModeratorKarel Embrechts
Laatste update:: 2015-08-07 door Agata Dierick