SAL7387, Akte: R°492.2-V°492.1 (820 van 881)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°492.2-V°492.1  
Act
Datum: 1494-06-09

Transcriptie

2019-11-21 door kristiaan magnus
It(em) wout(er) van redinghen sone wijle(n) jans van redinge(n)/
woenen(de) te thienen welke wijlen jan zijn vad(er) vormaels/
in zijnd(er) levend(er) tijt gehoude(n) heeft in pechting(en) de hellicht/
vand(er) thiend(en) des goidsh(uys) van afflighem gehoude(n) de vlesch/
thiende d(aer)aff den t(er)mijn alnoch due(re)nde is soe de voirs(creven)/
wout(er) seyde in p(rese)ntia heeft gekint en(de) gelijt genomen/
te hebben(e) tegen machiele vand(en) bossche als meye(r) en(de)/
rintmeest(er) des voirs(creven) goidsh(uys) die den selve(n) woute(re)n also/
/ bekint uutgeg(even) te hebben(e) de voirs(creven) hellicht vand(er)/
voirs(creven) thienden soe langhe men bevi(n)den zal t(er) wairh(eit)/
dat den t(er)mijn zijns vad(er)s voirs(creven) d(aer)aff noch due(re)n/
soude en(de) niet langhe(r) elcx jairs d(aer)enbynnen/
om en(de) voe(r) soe vele en(de) opde selve voirw(er)de(n)/
en(de) condicie(n) als zijn vad(er) die gehoude(n) heeft en(de)/
genome(n) hadde Ende es voirts meer ond(er)sproke(n)/
dat de voirs(creven) wout(er) tcore(n) vand(er) voirs(creven) thienden/
den t(er)mijn due(re)nde jairlijcx comen(de) en(de) gederssche(n) zij(n)de/
noch oick and(er)ss(ins) niet en sal mog(en) v(er)coopen noch ver/
ande(re)n ten zij dat mijn hee(re) de p(re)laet des vors(creven) goidsh(uys)/
voir all betaelt zal zijn Ende dese vor(er)d(en) (et)c(etera) cor(am)/
beert zande junii ix[a]
Nagekeken doorkristiaan magnus
ModeratorKarel Embrechts
Laatste update:: 2017-03-02 door kristiaan magnus