Allen den ghenen dat her jan de ponte p(ri)este(r) canu(n)ck der kercke/ van sinte pet(er)s te loeven(en) daniel boxhoren als kerckmeest(er)s/ / meest(er) pet(er) vander heyde(n) gielijs crols als meest(er)s vand(en)/ heyliche(n) sacrame(n)t inder selver kerck jan van scoenvorst en(de)/ willem ricx als mo(m)boirs vand(en) g(r)[o]ten gasth(uys) te loeven(en)/ dierick vrancx als provise(u)[r] vand(er) fabrike en(de) heylighe gheest/ der kercke van wespelair her joes van edinghen van wegen/ der collegie vand(en) carmenelite(n) bynnen loeven(en) arnoldus/ kyp voir hem selve(n) her jan vander h(er)bruggen p(ri)este(r) oick/ voir hem selve mathijs uuyte(n) lyemi(n)gen mesmake(r) oick/ voir hem selve in p(rese)ncia hebben gerevoceert en(de) wed(er)roepe(n)/ ende mits desen revoce(re)n ende wed(er)roepe(n) alsulcken p(ro)cu(r)ac(ien)/ ende mechtich(eit) alse zij voirmaels geg(even) hebben joh(ann)ese heyms/ aengaen(de) den ontfange vanden goeden tot erps ende quaderebbe/ dair op de voirs(creven) p(er)sonen als legatar(issen) vande(n) selve(n) hebbe(n) c m xii goud(en) r(insgulden) [erfl(ijcke) rinte]/ wijlen toebehoiren(de) [vacat] wijlen he(r) van ghete/ Ende hebben alsnu voirts geconstitueert gesedt (et)c(etera) tot hue(re)r/ wed(er)roepen meeste(re)n clase longi al(ia)s de puter p(ri)este(r) canoni(n)ck/ der voirs(creven) kerck van sinte pet(er)s te loeven(en) alle de selve/ goede ende prouffijten van dien op te bue(re)n ende tontfangen/ dair voe(r) te panden te daigen (et)c(etera) in meliori forma promitt(entes)/ rat(um) renu(n)c(iantes) salvo iusto Geloven(de) de selve meest(er)/ claes renu(n)c(ians) van zijne(n) bewinde ende ontfanck elken vand(en)/ voirs(creven) legatar(issen) betaling(en) te doene nae gelande vand(en) voirs(creven)/ zijnen legate ende volcomen rekeni(n)g(en) jairlijcx altijt acht/ daigen voir s(in)t jansmisse doen en(de) overgeven cor(am) cav(er)chon/ zande ap(ri)lis xxi