SAL7390, Akte: R°154.2 (260 van 782)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°154.2  
Act
Datum: 1496-11-12

Transcriptie

2018-09-28 door Karel Embrechts
Item willem colen sone arndts poirt(er)s van loeven(en)/
als p(ro)cur(eur) desselfs zijns vaders welke arnt als/
poirte(r) voirmaels heeft doen afscriven met br(ieven)/
van des(er) stadt gescreven aenden schouth(eit) van doirne/
geheeten ghevairt van doirne alsulken ongebruyck/
als de voirs(creven) schouth(eit) den voirs(creven) arnde doende was/
aen sijn seke(r) goede gelegen te doirne met des dien/
voird(er) aencleefde ende den selven schouth(eit) doen dach/
besceyden inde banc voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) van loeven(en)/
oft hij hem d(aer) tegen hadde willen oppone(re)n tot seke(re)n/
ov(er)leden(en) daige van rechte tot div(er)sen stonden/
uutgestelt geweest hebben(de) ende alsoe op hede(n)/
bij co(n)t(inu)atien dienen(de) heeft hem op heden te/
rechte gep(rese)nteert tegen den voirs(creven) schouth(eit) Ald(aer)/
de selve scouth(eit) niet gecomp(ar)eert en is noch/
p(ro)cur(eur) van zijne(n) wegen in scampno p(rese)ntib[(us)]/
h(er)meys borch buets(ele) baets scabinis nove(m)br(is) xii
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2017-04-18 door Xavier Delacourt