SAL7390, Akte: R°226.2-V°226.1 (380 van 782)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°226.2-V°226.1  
Act
Datum: 1496-12-10

Transcriptie

2018-10-28 door Karel Embrechts
Eene deylinge ende scheydinge gesciet en(de) gemaict/
zijnde tussche(n) goessen(e) v(er)aliten sone wijlen jans/
t(er) eenre berbele v(er)aliten docht(er) wijlen meest(er) he(n)r(ix)/
v(er)aliten cyrurgijns brued(er) als hij leefde des voirs(creven)/
goessens ten bijsijne met wille weten(e) en(de) consente/
joes de merck huers stiefvaders als man ende/
mo(m)boir katlijne(n) van thienen zijns wijfs wed(uw)[e] des/
voirs(creven) wijlen meest(er)s henr(ix) en(de) moed(er) der selver/
berbelen affirme(re)nde de selve joes en(de) goessen voirs(creven)/
dat dit gesciet inden meesten orbe(r) der selv(er) berbele(n)/
t(er) ande(re) katlijne v(er)aliten huysv(rouw) jans bottelg(ier)s abse(n)t/
zijnde ende zijnd(er) leden o(n)mechtich wesende zust(er) der/
voirs(creven) gebruede(re)n t(er) derder joese messuens ende marie(n)/
v(er)aliten zijnd(er) huysvr(ouwe) zust(er) der voirs(creven) gebruede(re)n t(er) vierd(er)/
janne de vleeschouwe(re) en(de) jaq(ue)mijne v(er)aliten zijnd(er) huysvr(ouwe)/
en(de) zust(er) der voirs(creven) gebruede(re)n en(de) zust(er) ter vijfster en(de)/
de voirs(creven) joes messuens goirt h(er)meys en(de) henrick/
willems als mo(m)boirs vand(er) stadt wegen geordineert/
totten wettigen kynde(re)n jasp(er)s wijlen de gheyse(re) die/
hij hadde van m(ar)grieten wijlen v(er)aliten zijnd(er) huysvr(ouwe)/
zust(er) als zij leefde der voirs(creven) gebruede(re)n en(de) zuste(re)n/
veraliten inden name en(de) van wegen der selver kynde(re)n/
affirme(re)nde dat dit oic geschiet inden meesten/
orber en(de) p(ro)fijte der selv(er) kynde(re)n ter zester zijden/
Op ende vanden goeden hen gebleven en(de) v(er)storve(n)/
bij en(de) nad(er) doot ende aflivicheyt der voirs(creven) wijlen/
jans v(er)aliten en(de) m(ar)grieten faets zijnd(er) huysvr(ouwe)/
vader en(de) moeder der voirs(creven) kynde(re)n v(er)aliten boven/
de p(or)ceelen van goeden ende erfpachten die janne
//
veraliten oick brued(er) der voirs(creven) gebruede(re)n ende/
suste(re)n veraliten soe uuyt saken van zijnd(er) huwe/
lijck(er) vorweerd(en) en(de) den gebreken die hij d(aer)inne/
hadde die bij alle de selve kynde(re)n voir scepen(en) van loven(en)/
bekint en(de) toegevueght zijn te volgen(e) ende d(aer)mede/
hij vanden ande(re)n naebescreven(en) goeden uutblijft/
en(de) te vreden staen moet als dat blijct bijd(en) brieve(n)/
kynnissen ende acten d(aer)af gepasseert tusschen hen/
voir scepen(en) van loeven(en) decembr(is) x[a] lestled(en)/
te deylen
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2017-04-19 door Xavier Delacourt