SAL7390, Akte: R°393.1 (640 van 782)
Akte R°393.1
Act
Datum: 1497-04-24
Transcriptie
2019-01-31 door Karel EmbrechtsIt(em) amelrijck pynnock die soe hij seyde jairlijcx/
opde demanien van antwerpen heffende es vier rinsg(ulden)/
lijftochten in p(rese)ntia heeft geconsenteert ende gewillecoirt/
jouffr(ouwe) ludowijsen pynnoc zijnd(er) zuster dat zij jairl(ijx)/
van nu voirtane de selve rinten sal moegen heffen/
opbue(re)n ende ontfange(n) e(m)mer zoelange en(de) tott(er) tijt/
toe zij dairaen gehaven ende ontfangen sal hebben/
de so(m)me van xxiiii rinsgulden(en) eens oft dair omtrint/
alse hij der zelver zijnd(er) zuster sculdich ende belanc/
mach zijn behalven goede rekeni(n)ge cor(am) borch vynck/
aprilis xxiiii
Nagekeken door: kristiaan magnus
Moderator: kristiaan magnus
Laatste update:: 2017-04-25 door Xavier Delacourt