SAL7391, Akte: R°32.2-R°33.1 (56 van 705)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°32.2-R°33.1  
Act
Datum: 1497-07-15

Transcriptie

2020-08-28 door Jos Jonckheer
Vanden questien ende gedingen die ov(er)lanck uut/
gestaen hebben tusschen de wed(uw)[e] gerardts wijlen/
van baussele en(de) meeste(re)n gheerde van baussele hue(re)n/
sone t(er) eend(er) zijd(en) ende g(heer)de van hove t(er) ande(re)/
aengaen(de) den vier mudden rogs erfp(achts) die de selve/
wed(uw)[e] als tocht(er)sse en(de) meest(er) gheert huer sone als/
erfman heffen(de) zijn op seke(re) div(er)se goede gelegen/
te wynge voirs(creven) sijn de selve meest(er) gheert/
inden name van hem en(de) v(er)vangen(de) in des(en) zijn voirs(creven)/
moed(er) t(er) eenre ende voirs(creven) g(heer)t van hove t(er) ande(r) zijd(en)/
Afgaende in w(er)sijden alle alsulke p(ro)cedue(re)n als de/
selve p(ar)tien t(er) eende(r) en(de) ter ande(r) zijd(en) gedaen moegen
//
hebben het zij voe(r) den hoff m(ijns) vr(ouwen) van m(ar)baix/
tot wynge gelegen ende den hoff m(ijns) he(re)n van/
vlierbeke oic te winge gelegen ende oic alsulke/
impetracie als de voirs(creven) gheert gedaen heeft inden/
raide van brabant der welker hij geheelijc afgegaen/
en(de) ger(e)nu(n)cieert heeft overcomen en(de) eenswordden/
der pointen vorweerd(en) ende cond(itien) naebescr(even) die/
zij malcande(re)n geloeft hebben in wersijden tonder/
houden(e) tacht(er)volgen(e) ende te voldoen(e) Inden yersten/
dat van nu voirtaene der voirs(creven) wed(uw)[en] en(de)/
meeste(re)n gheerde hue(re)n sone erffelijck volgen sullen/
alle alsulke goede panden en(de) toepanden als/
de voirs(creven) g(heer)t van hove houdende is geweest/
tot des(en) daige toe dair op meest(er) g(heer)t voe(r)/
de voirs(creven) vier mudden cor(ens) erff(elijc) gevolght heeft/
ende voirts alle ande(re) goede ende pande inde/
br(ieven) d(air)aff zijnde begrepen in oft ond(er) wat hoven/
die gelegen zijn die de voirs(creven) g(heer)t van hove/
houden(de) es geweest van laureyse wout(er)s met/
gaders oick een stuck erfs geheeten bourgoi(n)gnen/
alsoe dat gelegen is aende h(er)strate Ende om/
totter erffel(ic)heyt ende guedingen van allen den/
selven goeden te comen(e) soe es vorweerde/
dat de weduwe en(de) meest(er) g(heer)t kuese hebben/
sullen oft zij die uutdagen willen nae recht/
oft dat gheert hen d(air)aff ghichte en(de) guedinge/
doen sal Ende oft zij d(air) inne bege(re)n gegoedt/
te werdden soe heeft geloeft de voirs(creven) gheert/
van hove sond(er) zijnen cost hen de behoirl(ijcke) guedi(n)ge/
d(air) af te doene ond(er) wat hove(n) die gelegen zijn/
soe bij he(m) selven soe oic bij allen ande(re)n die d(air) toe/
behoe(re)n souden moegen de welke hij d(air)toe geloeft/
heeft te vervangen Heeft oic geco(n)senteert en(de)/
gewillecoirt de selve gheert dat alle alsulke/
dageme(n)ten als meest(er) gheert inden name als/
voe(r) bego(n)nen heeft te doene opde voirs(creven) goede
//
oft e(n)nige van dien de selve meest(er) g(heer)t sal/
moegen voirts co(n)tinue(re)n en(de) uuytdaigen opdat/
opdat hem gelieft ende die dageme(n)ten nemen/
dair die gebleven zijn nae recht doen de voirs(creven)/
g(heer)t van hove die scutte sond(er) bijden selven g(heer)de/
e(n)nich belet d(air) inne te doene Ende t(er) and(er) zijden/
heeft de voirs(creven) [meest(er)] g(heer)t van bauss(ele) inden name als/
voe(r) renu(n)c(ians) den selven g(heer)de van hove quijtgescoud(en)/
en(de) mits des(en) scelt quijte alle alsulke gevallen(en)/
pachten als hem uuyt saken vand(en) voirs(creven) vier/
mudden cor(ens) erfp(achts) totten daige toe van heden/
d(air)aff gevallen zijn en(de) ombet(ailt) uuytstaen Ende/
dat de selve meest(er) g(heer)t d(air)enboven den selven/
g(heer)de van hove alnoch uuytreycken en(de) bet(alen) sal/
alsulke so(m)me van pe(n)ni(n)gen en(de) tot alsulken tijde/
als jan van udekem als segge(r) vand(er) zijden des/
voirs(creven) meest(er) g(heer)ts ende vranck van hove als/
segge(r) des voirs(creven) g(heer)ts van hove zijns brueders/
beyde in dien gecoren ende genomen den selven/
g(heer)de d(air)enboven aenseggen ende toevuegen sulle(n)/
welke uutsprake de voirs(creven) p(ar)tien in w(er)sijden/
geloeft hebben malcande(re)n tond(er)houden(e) en(de) te voldoen(e)/
It(em) es oic vorweerde dat elke der voirs(creven) p(ar)tien/
drag(en) sal zijn costen die tot h(ier)toe uut saken/
vand(en) voirs(creven) p(ro)cesse(n) ende v(er)volgen t(er) eende(r) oft/
t(er) ande(r) zijden ged(aen) moegen hebben in e(n)nig(er)/
manie(re)n al sond(er) fraude en(de) argelist cor(am) blanck(art)/
vos julii xv
Nagekeken doorWalter Winnelinckx
ModeratorWalter Winnelinckx
Laatste update:: 2017-05-10 door Xavier Delacourt