Item dit selve hebben zij insgelijcx geloeft den/ selven rintmeest(er)s tot behoef als voe(r) ende d(air)voe(r)/ heeft de voirs(creven) robbeert t(er) meerd(er) vestich(eit) in tijtele/ van wettige(n) ond(er)pande v(er)oblig(er)t ende tonderpande geset/ met orlove she(re)n vanden gronde de goede en(de) erfrinte(n)/ nabescr(even) Ierst een huys mett(er) vetterien boeg(ar)deken/ wijng(ar)d(en) ende allen den toebehoirte(n) gelegen inden/ langenbruel tusschen de goede [vacat]/ d(air)uuytgaen acht r(ins)g(ulden) en(de) dwelc wel gelden soude/ xvi rinsguld(en) tsjairs It(em) een huysken aen s(in)[te] g(er)trud(en)/ persse tussche(n) [vacat]/ gelden(de) xxx st(uvers) tsairs voe(r) ombeco(m)mert It(em) een vie(re)ndeel/ wijng(ar)ts opden nyeuwen berch d(air) uuytgaen viii(½)/ potte(n) wijns It(em) eene(n) rinsg(ulden) erffel(ijc) op smetsers a(m)bacht/ vercregen bynnen drie maenden hie(r) voe(r) ende noch (½)/ croene erff(elijc) hem verstorven van janne vullinck/ zijne(n) ouden vader ende de voirs(creven) jan zijn vader/ als tochtene(re) ende robbeert als erfman noch de/ hellicht van ii huysen d(air)af deen gelegen is inde/ scepstrate tusschen de goede [vacat]/[vacat] ende dander inde slach/ strate tussche(n) de goede [vacat]/ gelden(de) int geheele tsairs xii r(ins)g(ulden) en(de) d(air) uutgaen/ vi r(ins)gulden(en) It(em) noch de hellicht van eene(n) huyse/ en(de) hove inde vetterie tussche(n) de goede [vacat]
//
d(air) uuyten geheelen gaen xvii st(uvers) ende soud(en)/ wel gelden vier rinsgulden(en) De quib[(us)] bonis/ p(re)dict(i) f(ilius) et p(ate)r ind(ivisim) p(ro)mis(er)[u(n)t] sat(isfacere) et war(andizare) sub/ one(r)ib[(us)] p(re)dict(is) tamq(uam) prout Et q(ue) su(n)t actu tali(um) p(re)cii/ et valor(is) uti p(re)sc(ri)bit(ur) ende dat zij t(er) stont bringen/ sullen ind(er) rintmeeste(re)n handen alle derfbr(ieven) vand(en)/ selven goeden et p(rim)[(us)] cor(am) eisd(em)