Item de voirs(creven) jorijs de hont renu(n)c(ians) heeft geconst(itueert) en(de)/ gemechticht sond(er) wed(er)roepen den voirs(creven) janne van/ thiene(n) en(de) vrancken loenkens zijne(n) borgen om te moege(n)/ heffen opbue(re)n ende ontfangen den yersten pacht die/ vallen sal [in febr(uario) naistc(omende)] van alsulken vijftich rinsguld(en) erffelijc als/ de selve jor(ijs) heffen(de) is op seke(re) borgen mijns he(re)n van/ camerijck met scepen(en) brieven van loeven(e) d(air)op gemaict/ zijnde om d(air)mede ende mits alsulken vijf rinsg(ulden)/ als jor(ijs) hen d(air)toe geven sal ten naisten valdaige/ der voirs(creven) vijf rinsgulden(en) lijfpen(sien) te lossen en(de) af/ te quite(n) de selve vijf r(ins)g(ulden) lijfpen(sien) dwelc de selve/ jan ende vranck soe sculdich sullen sijn en(de) geloeft hebbe(n)/ te doene alsoe v(er)re zij den selven yersten pacht va(n)d(en)/ voirs(creven) vijftich r(ins)g(ulden) erff(elijc) ontfangen sullen hebbe(n) soe v(er)re/ oick de voirs(creven) jor(ijs) hen d(air)toe de vijf r(ins)g(ulden) va(n)d(en) pachte bet(aelt) gelijc voe(r)/ Eisd(em)