SAL7391, Akte: R°57.4-R°58.1 (94 van 705)
Akte R°57.4-R°58.1
Act
Datum: 1497-08-02
Transcriptie
2020-11-07 door Jos JonckheerNae dien op heden bijden raide vand(er) stadt zijn ge/
comp(ar)eert de gesworen(en) vanden drayers scrijnmakers/
ambachten (et)c(etera) te weten(e) pet(er) de becke(re) ende ande(re)/
ter eende(re) ende meest(er) arndt de colve(re) des(er) stadt
//
cock t(er) ande(re) geven(de) de selve geswoiren(en) te kynnen(e)/ want de voirs(creven) meest(er) arnt hem behielp doende zijn/ officie van coken(en) bynnen des(er) stadt metten gerecke/ dienen(de) totter coken(en) ende zijnd(er) officien als van potten/ cruycken hulten schotelen ende ande(re) totter cokenagien/ dienen(de) ende besund(er)t dat hij hulpen [gedrayde] scotelen soe zij/ seyden den luden vercochte in dien dat die gebroken/ oft v(er)loren wordden die hij gecocht mocht hebben den/ selven luden reken(de) ende alsoe v(er)cocht coepen(de) alsoe/ nyeuwe gedrayde scotelen wed(er) inne sustine(re)nde mits/ dien dat hij sculdich soude zijn den kuer te bet(alen)/ exhibe(re)nde in sekerniss(en) van dien eene hue(re) rolle/ van seke(re)n t(er)mi(n)acien tusschen de cremers ende drayers/ tande(re)n tijden gegeven Dair tegen de voirs(creven) meest(er)/ arnt sustineerde de (contra)rie seggende dat tgene des hij/ doen mochte sijnd(er) officien aengaen(de) hij tselve dede/ tot orbe(r) en(de) p(ro)fijte vand(en) ingeseten(en) niet dat hij/ die scotelen cochte om te v(er)coepen(e) mair was altijt/ te vreden soe wa(n)neer e(n)nige scotelen v(er)loren oft/ gebroken wa(r)en wed(er) scotele(n) te nemen(e) oft den prijs/ van zijnen v(er)loren(en) goede sond(er) e(n)nige wy(n)ninge Seyde/ oic dat hij de gereescap vand(en) cokenagien nieman(de) en/ verhuerde dair hij niet en coecte sustine(re)nde alsoe/ t(er) (contra)rien dat de voirs(creven) vand(en) ambachte(n) vand(en) geeyschte(n)/ kue(r) op hem verdoelt wa(r)en ende zee(r) nauwe dat/ pijnde(n) te sueken(e) D(air) inne nochtans tvoirs(creven) ambacht/ vand(en) drayers noch ande(re) bij hem v(er)cort en wordden/ ende als vand(er) t(er)mi(n)acien bij hen geexhibeert [soude de selve] dat/ die niet en was te p(ro)poeste van zijnd(er) materien/ hem des gedragen(de) totten rechte ende tot ande(re)n/ meyni(n)gen te v(er)staen(e) te weten(e) die hen d(air)mede/ geveerden bij nyeuwe incoepen(e) en(de) uutcopen(e) (et)c(etera) Es/ get(er)mineert ende uutgesproken der voirs(creven) p(ar)tien op/ al gelet soe v(er)re de voirs(creven) meest(er) arnt hem and(er)ss(ins)/ den scotelen voirs(creven) aengaen(de) niet en ond(er)wint dan/ in zijn cokenaigie d(air) hij selve coect sonder die vort/ te v(er)hueren(e) ende egheen p(ro)fijt vanden selven scotele(n)
//
en name dan in recompensien als boven dat/ hij vanden voirnemen(e) der voirs(creven) geswoiren(en) on/ gehouden soud(e) wesen Act(um) in (con)s(ili)[o] opidi augusti/ secunda
//
cock t(er) ande(re) geven(de) de selve geswoiren(en) te kynnen(e)/ want de voirs(creven) meest(er) arnt hem behielp doende zijn/ officie van coken(en) bynnen des(er) stadt metten gerecke/ dienen(de) totter coken(en) ende zijnd(er) officien als van potten/ cruycken hulten schotelen ende ande(re) totter cokenagien/ dienen(de) ende besund(er)t dat hij hulpen [gedrayde] scotelen soe zij/ seyden den luden vercochte in dien dat die gebroken/ oft v(er)loren wordden die hij gecocht mocht hebben den/ selven luden reken(de) ende alsoe v(er)cocht coepen(de) alsoe/ nyeuwe gedrayde scotelen wed(er) inne sustine(re)nde mits/ dien dat hij sculdich soude zijn den kuer te bet(alen)/ exhibe(re)nde in sekerniss(en) van dien eene hue(re) rolle/ van seke(re)n t(er)mi(n)acien tusschen de cremers ende drayers/ tande(re)n tijden gegeven Dair tegen de voirs(creven) meest(er)/ arnt sustineerde de (contra)rie seggende dat tgene des hij/ doen mochte sijnd(er) officien aengaen(de) hij tselve dede/ tot orbe(r) en(de) p(ro)fijte vand(en) ingeseten(en) niet dat hij/ die scotelen cochte om te v(er)coepen(e) mair was altijt/ te vreden soe wa(n)neer e(n)nige scotelen v(er)loren oft/ gebroken wa(r)en wed(er) scotele(n) te nemen(e) oft den prijs/ van zijnen v(er)loren(en) goede sond(er) e(n)nige wy(n)ninge Seyde/ oic dat hij de gereescap vand(en) cokenagien nieman(de) en/ verhuerde dair hij niet en coecte sustine(re)nde alsoe/ t(er) (contra)rien dat de voirs(creven) vand(en) ambachte(n) vand(en) geeyschte(n)/ kue(r) op hem verdoelt wa(r)en ende zee(r) nauwe dat/ pijnde(n) te sueken(e) D(air) inne nochtans tvoirs(creven) ambacht/ vand(en) drayers noch ande(re) bij hem v(er)cort en wordden/ ende als vand(er) t(er)mi(n)acien bij hen geexhibeert [soude de selve] dat/ die niet en was te p(ro)poeste van zijnd(er) materien/ hem des gedragen(de) totten rechte ende tot ande(re)n/ meyni(n)gen te v(er)staen(e) te weten(e) die hen d(air)mede/ geveerden bij nyeuwe incoepen(e) en(de) uutcopen(e) (et)c(etera) Es/ get(er)mineert ende uutgesproken der voirs(creven) p(ar)tien op/ al gelet soe v(er)re de voirs(creven) meest(er) arnt hem and(er)ss(ins)/ den scotelen voirs(creven) aengaen(de) niet en ond(er)wint dan/ in zijn cokenaigie d(air) hij selve coect sonder die vort/ te v(er)hueren(e) ende egheen p(ro)fijt vanden selven scotele(n)
//
en name dan in recompensien als boven dat/ hij vanden voirnemen(e) der voirs(creven) geswoiren(en) on/ gehouden soud(e) wesen Act(um) in (con)s(ili)[o] opidi augusti/ secunda
Nagekeken door: Walter Winnelinckx
Moderator: Walter Winnelinckx
Laatste update:: 2017-05-16 door Xavier Delacourt