SAL7391, Akte: R°8.2-V°8.1 (14 van 705)
Akte R°8.2-V°8.1
Act
Datum: 1497-07-01
Transcriptie
2020-08-23 door Jos JonckheerWant h(er) giel(is) van cortbeke geheeten de mu(n)te(re) p(ri)este(r)/
als p(ro)cur(eur) giel(ise) van cortbeke geheeten de mu(n)te(re) zijns/
vaders als geleydt nae des(er) stadt recht voir zijn/
wettich gebreck uuyt crachte van scepen(en) br(ieven) van/
loeven(e) tot allen den goeden beyde have en(de) erve/
baudewijns wijle(n) smale van brousberghe hee(re) als hij/
leefde van roux miroir en(de) van bouler en(de) giel(is)/
en(de) baud(ewijn) wijlen smale gebruede(re)n sijnd(er) kynde(re)n soe/
wair die gelegen zijn hem met br(ieven) van des(er) stadt/
gescreven aenden meye(r) van bouler oft zijne(n) stadhoude(r)/
alle de selve goede behoirlijc heeft doen leve(re)n en(de)/
janne van huesdan ende sijne(n) wynne dach
//
van rechte te comp(ar)e(re)n alh(ier) inde banck voir meye(r) en(de)/ scepen(en) van loeven(e) doen besceyd(en) oft zij hen d(air) tegen/ hadden willen oppone(re)n Aldair zij op heden als ten/ daige van rechte d(air)toe dienen(de) niet gecomp(ar)eert/ en zijn noch p(ro)cur(eur) van hue(re)nt wegen den voirs(creven)/ geleydd(en) comp(ar)e(re)nde ende trecht voirts v(er)sueken(de)/ soe v(er)re dat de scepen(en) van loeven(e) t(er) manissen/ smeyers nae dat hen behoirlijc gebleken heeft/ bij rappoirte jans dridoens des(er) stadt bode tvoirs(creven)/ exploit gesciet te zijne gewesen hebben met/ vo(n)nisse wair de wed(er)p(ar)tie vanden voirs(creven) geleydde(n)/ niet en comp(ar)eert voe(r) den opstaen(e) smeyers en(de)/ der scepen(en) datmen den selven geleydden vand(en)/ voirs(creven) goeden houden soude inde macht van zijnen/ beleyde scepen(en) br(ieven) ende leveri(n)gen alsoe v(er)re alst/ noch voir scepen(en) comen is in scampno julii p(ri)ma
//
van rechte te comp(ar)e(re)n alh(ier) inde banck voir meye(r) en(de)/ scepen(en) van loeven(e) doen besceyd(en) oft zij hen d(air) tegen/ hadden willen oppone(re)n Aldair zij op heden als ten/ daige van rechte d(air)toe dienen(de) niet gecomp(ar)eert/ en zijn noch p(ro)cur(eur) van hue(re)nt wegen den voirs(creven)/ geleydd(en) comp(ar)e(re)nde ende trecht voirts v(er)sueken(de)/ soe v(er)re dat de scepen(en) van loeven(e) t(er) manissen/ smeyers nae dat hen behoirlijc gebleken heeft/ bij rappoirte jans dridoens des(er) stadt bode tvoirs(creven)/ exploit gesciet te zijne gewesen hebben met/ vo(n)nisse wair de wed(er)p(ar)tie vanden voirs(creven) geleydde(n)/ niet en comp(ar)eert voe(r) den opstaen(e) smeyers en(de)/ der scepen(en) datmen den selven geleydden vand(en)/ voirs(creven) goeden houden soude inde macht van zijnen/ beleyde scepen(en) br(ieven) ende leveri(n)gen alsoe v(er)re alst/ noch voir scepen(en) comen is in scampno julii p(ri)ma
Nagekeken door: Walter Winnelinckx
Moderator: Walter Winnelinckx
Laatste update:: 2017-05-10 door Xavier Delacourt