Item everart van wynge in p(rese)ntia heeft gekint en(de) gelijdt/ dat pet(er) van steyne(n)moelen sijn swag(er) hem volcomelijc gelost/ en(de) afgequeten heeft thien moelevaten rogs erffelijc leenpachts/ en(de) twintich stuv(er)s erffelijck(er) leenrinten uuyt alsulken vijff/ mudden en(de) thien moelevate(n) rogs en(de) drie croenen en(de) acht st(uvers)/al erfelijker leenrinten als de voirs(creven) everardt voirmaels/ houden(de) en(de) heffen(de) is geweest op thoff t(er) elst geheeten/ trogs hoff d(aer)af dande(r) vijf mudden en(de) drie rinsguld(en)/ erff(elijc) mits seke(re)n tractate tusschen de selve p(ar)tien gepass(er)t/ voir scepen(en) van loeven(e) januarii penulti(m)a lestleden v(er)smolten/ en(de) te nyeute zijn Sup(er) eisd(em) decem molevas(is) silig(inis) et/ viginti stufer(is) he(re)d(itari)[or(um)] census et t(re)cense feodal(ium) ad op[(us)] d(i)c(t)i/ petri de steynemoelen et suoru(m) successor(um) modo debito renu(n)cian(s)/ promittens null(atenus) alloqui sed semp(er) sat(isfacere) siquid prout cor(am)/ buets(ele) bouchout m(ar)tii quarta