SAL7392, Akte: R°187.3-V°187.1 (370 van 688)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°187.3-V°187.1  
Act
Datum: 1499-01-17

Transcriptie

2020-08-11 door Karel Embrechts
Nae dien op heden comen zijn inde banck voe(r) meye(r)/
en(de) scepen(en) van loeven(e) h(er) m(er)ten hillens inden name en(de)/
van wegen willems guedens geleydt zijnde uuyt cracht/
van scepen(en) br(ieven) van loeven(e) nae des(er) stadt recht totten/
goeden jans scoliers ald(aer) de selve p(ro)cur(eur) te kynne(n) gaf/
hoe dat hij hoepte dat henrick van diepe(n)dale oick/
geleydt zijnde totten selve(n) goeden en(de) oude(r) alsoe hij/
verstont hem bellicx niet p(re)cede(re)n en soude mits div(er)s(en)/
reden(en) Te weten(e) dat hij ten tijde als willem guedens/
rinten cochte opde goede jans scoliers voirs(creven) geseeght/
soude hebbe(n) de selve henr(ic) van diepe(n)daele dat/
dair gheen beleyden meer [op] en wae(re)n verswijgen(de)/
subtijlijc en(de) bedrochelijck sijn beleyt en(de) ande(r) beleyden/
Ten ande(re)n male dat uuyte(n) goeden jans scoliers niet/
meer uuyt en ghinge dan she(re)n chijs en(de) iiii vie(re)ndeele(n)/
rocx erff(elijc) aen eene(n) prieste(r) sond(er) meer last en(de) dat/
hij henr(ic) selve de d(enieren) toech en(de) te hemw(er)ts nam/
/ die willem guedens copen(de) rinten opde voirs(creven) goede/
jans scoliers gaf ende dat jan scolier sijn goede/
in egheend(er) wijs belasten noch v(er)thien en soude sond(er)/
wille(m)s guedens co(n)sente en(de) weten(e) Dwelc en(de) al/
als voirs(creven) is de voirs(creven) p(ro)cur(eur) henr(ic) van diepe(n)dale/
woude geven oft houden ten heyligen alsoe gesciet te/
zijne hopen(de) soe v(er)re hij he(m) van des(er) pointen niet/
en ontsculdichde en(de) zijn meest(er) den eedt dade dat/
de selve zijn meest(er) met zijne(n) beleide p(re)cede(re)n soude/
D(aer) tegen de voirs(creven) henr(ic) van diependale dede seggen/
dat de voirs(creven) willem guedens ombehoirlijc p(ro)cedeerde/
oft zijn p(ro)cur(eur) in dien dat zij van p(er)sonele(n) saken/
hem aenspreken woude(n) te weten(e) van scatsculden/
oft toeseggen(en) dat hij dat doen soude bij behoirl(ijcker)/
clachten oft ande(re)n manie(re)n van dachdoen(e) dwelck/
niet gesciet en was ende dat alsoe dbeleyten van/
zijd(er) saken als voe(r) was ongefundeert De voirs(creven)/
wed(er)p(ar)tie r(e)plice(re)nde hopen(de) neen te voirde(r) wa(n)t/
hij tvo(n)nisse van (con)tu(m)acien desselfs henr(ix) van diepen/
dale hadde laten gaen opde goede voirs(creven) op (con)ditie/
en(de) [alsulk(er)] vuege(n) hem des gedragen(de) totter wet dat/
hij onv(er)let soude staen van sijne(n) rechte en(de) dat hij/
alsoe tijds genoech qua(m) om te seggen des hem in/
rechte soude moegen dienen te voirde(r) oic want/
de p(ro)cur(eur) desselfs henr(ix) dair stont en(de) hem rechts/
werdich maecte Es gewesen t(er) maniss(en) smeyers bijd(en)/
scepen(en) opde voirs(creven) alt(er)catie(n) van p(ar)tien dat de/
voirs(creven) henr(ic) oft zijn p(ro)cur(eur) opden pri(n)cipalen heysch/
en(de) meyni(n)ge des voirs(creven) willems opdat hem beliefde/
nairde(r) sculdich soude zijn tantwerden(e) in sca(m)pno/
januarii xvii
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2018-07-16 door The Administrator