Item jan driedoens des(er) stadt gesworen(en) voetbode/ heeft gecleert bij sijne(n) eede dat hij bij (con)sente va(n)d(en)/ borg(er)meest(er) van des(er) stadt ten versueke jans huyne(n)/ / huyvette(r) woenen(de) tantwerpen opten xiii[te(n)] dach/ septembr(is) lestleden de wettelijcke wete gedaen heeft/ clase van potsuynsberge en(de) janne van potsuynsberge/ gebruede(re)n en(de) pete(re)n vand(er) hoeven inden name van/ jouffr(ouwe) m(ar)grieten van potsuynsberge sust(er) der voirs(creven)/ gebruede(re)n sijnd(er) werdynne(n) als dat jan huyne uuytge/ gewo(n)nen heeft de hoeve gelegen tot zanthoven/ geheeten ter mulster voe(r) dat jair en(de) dat nae/ dat jair nae dier bancken recht Oft claes voirs(creven)/ oft jan oft pet(er) e(n)nich recht d(aer) aen hadden nu oft/ in toecomen(de) tijden dat sij quamen tselve v(er)antw(er)d(en)/ opten xxv dach in septembri der selv(er) maent van/ septembri lestleden om ald(aer) rechts in dien te plegen/ cor(am) lyefkenrode burg(imagistr)[o] h(er)meys crol scabinis octobr(is)/ xxvii