SAL7393, Akte: R°245.4-V°245.1 (429 van 692)
Akte R°245.4-V°245.1
Act
Datum: 1500-01-30
Transcriptie
2019-11-16 door helga peetersWant anthonijs van kelfs als geleydt nae des(er) stadt/
recht voir sijn wettich gebreck uuyt crachte van scep(enen)/
brieven van loeven(e) tot allen den goeden beyde have/
en(de) erve wout(er)s wijlen svorst(er)s willems wijlen vander/
eect en(de) matheeus wijle(n) cranen soe wair die gelegen/
zijn hem met br(ieven) van des(er) stadt gescreven aenden meye(r)/
van halen oft zijne(n) stadthoude(r) alle de selve goede
//
behoirlijc heeft doen leve(re)n ende den erfgenamen der/ voirs(creven) p(er)soenen dach van rechte te comp(ar)e(re)n alhier/ inde banck voir meye(r) doen bescheyden oft zij hen/ d(air)tegen hadden willen oppone(re)n Ald(air) zij op heden/ als ten dage van rechte d(air)toe dienen(de) niet geco(m)p(ar)eert/ en zijn noch p(ro)cur(eur) van hue(re)n wegen Ende arnoldo/ van vroenhoven als p(ro)cur(eur) des voirs(creven) anthoenijs/ comp(ar)e(re)nde ende trecht voirts v(er)sueken(de) soe/ v(er)re dat de scepen(en) van loeven(e) t(er) manissen des meyers/ nae dat hen behoirl(ijc) gebleken heeft bij rappoirte/ jans driedoens des(er) stadt bode tvoirs(creven) exploit gesciet/ te zijne gewesen hebben met vo(n)nisse wair de / wed(er)p(ar)tie vand(en) voirs(creven) geleydden niet en comp(ar)eert/ voe(r) den opstaen(e) smeyers ende der scepen(en) datmen/ den selven geleydden vand(en) voirs(creven) goeden houden soude/ inde macht van sijnen beleyde scepen(en) brieven ende/ leveri(n)gen alsoe v(er)re alst noch voir scepen(en) comen is/ in scampno januarii penult(ima)
//
behoirlijc heeft doen leve(re)n ende den erfgenamen der/ voirs(creven) p(er)soenen dach van rechte te comp(ar)e(re)n alhier/ inde banck voir meye(r) doen bescheyden oft zij hen/ d(air)tegen hadden willen oppone(re)n Ald(air) zij op heden/ als ten dage van rechte d(air)toe dienen(de) niet geco(m)p(ar)eert/ en zijn noch p(ro)cur(eur) van hue(re)n wegen Ende arnoldo/ van vroenhoven als p(ro)cur(eur) des voirs(creven) anthoenijs/ comp(ar)e(re)nde ende trecht voirts v(er)sueken(de) soe/ v(er)re dat de scepen(en) van loeven(e) t(er) manissen des meyers/ nae dat hen behoirl(ijc) gebleken heeft bij rappoirte/ jans driedoens des(er) stadt bode tvoirs(creven) exploit gesciet/ te zijne gewesen hebben met vo(n)nisse wair de / wed(er)p(ar)tie vand(en) voirs(creven) geleydden niet en comp(ar)eert/ voe(r) den opstaen(e) smeyers ende der scepen(en) datmen/ den selven geleydden vand(en) voirs(creven) goeden houden soude/ inde macht van sijnen beleyde scepen(en) brieven ende/ leveri(n)gen alsoe v(er)re alst noch voir scepen(en) comen is/ in scampno januarii penult(ima)
Nagekeken door: Jos Jonckheer
Moderator: Jos Jonckheer
Laatste update:: 2017-06-13 door Xavier Delacourt