SAL7393, Akte: R°347.2-R°348.1 (573 van 692)
Akte R°347.2-R°348.1
Act
Datum: 1500-04-11
Transcriptie
2020-08-13 door helga peetersVander questien ende gedinghe gecome(n) inde banc/
voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) tussche(n) m(er)ten(e) bouwens/
ter eende(re) ende jacoppe witteman als procur(eur) jans/
wittema(n)s woenen(de) te thielt ter eend(er) zijd(en) ald(air)/
de voirs(creven) m(er)ten bouwe(n)s heeft te kynne(n) gegeve(n)/
hoe dat hij hen hadde doen leve(re)n nae des(er) stadt/
recht seke(re) erfgronde(n) den voirs(creven) ja(n)ne witteman/
toebehoe(re)nde dair op hij jairlijcx heffen(de) was/
drie gouden gul(den) mu(n)te der vier coervorste(re)n goet/
van goude nae uuytwijs(en) zijnd(er) br(ieven) bij hem/
in rechte geexhibeert seggen(de) dat hij d(air)af in
//
gebreke was van eene(n) pachte en(de) dat hij die/ sculdich soude zijn op te hebben(e) in goud(en) gul(den)/ oft die weerde d(air)af oft e(m)mer ten mi(n)sten xxiii/ stuv(er)s voe(r) elke(n) gul(den) e(m)mers tott(er) tijt toe d(air)op/ and(er)s bij mijne(n) genad(ichen) hee(re) en(de) zijne(n) state(n) van/ brab(ant) d(air)op soude zij(n) geordineert d(er) betalinge(n)/ van gelijcke(n) rinte(n) aengaen(de) seggen(de) dat/ zij d(air)af alsoe v(er)accordeert wa(r)en bij tusschen/ spreken(e) van goede(n) ma(n)ne(n) p(rese)nte(re)nde tselve/ te thoone(n) dat alsoe geschiet te zijne bij alsoe/ de wed(er)p(ar)tie van he(m) ontkynne(n) woudde dair/ op de voirs(creven) procur(eur) jans wittema(n)s heeft geseet/ hoe dat dese voirs(creven) rinte altijt betaelt es geweest/ met xx stuv(er)s voe(r) den gul(den) hoopen(de) alnoch/ d(air) mede te gestane en(de) dat de voirs(creven) me(r)te(n)s/ boude(n)s die de selve rinte corts v(er)crege(n) hadde/ te vrede(n) soude staen mits dat zijn voirsate(n)/ geploge(n) hadde(n) te hebben(e) ontkynnen(de) e(n)nich ut(er)lijc/ accordt d(air)af geschiet te zijne ind(er) mate(n) dae(n)/ legge(r) dat bij leyt en(de) dat hij egheen cortsel/ in tijde(n) voirleden gehadt en hadde hoe wel hij/ div(er)se scade(n) van ma(n)ne van wapen(en) en(de) and(er)ss(ins)/ gehadt mocht hebbe(n) meynen(de) d(air)af cortsel te/ hebben(e) oft e(m)mers ten mi(n)sten onv(er)let te stane/ in dien Conclude(re)nde alsoe ter (contra)rie(n) vand(en)/ voirnemen(e) vand(en) aenlegge(r) als dat de scep(enen)/ des gemae(n)t zijnde gewesen de(n) selve(n) ae(n)legge(r)/ tot zijne(n) thoen tot eene(n) seke(re)n gelegen(en) daighe/ bijd(en) selve(n) d(air)toe genomen Ende nae dat/ de selve ae(n)legge(r) zijns v(er)mets besund(er)t vand(en)/ voirs(creven) accorde genoech volcome(n) es ende dat/ tott(er) tijt den goud(en) pe(n)ni(n)g(en) aengaende en(de) jairl(ijckx)/ betaling(en) in dien bij m(ijn) genad(ichen) hee(re) en(de) zijne(n) state(n)
//
slants van brab(ant) anders d(air)op soude zijn geordineert/ ende oick and(er)ssins zijns thoens genoech volcomen/ es gewesen ter maniss(en) smeyers bijden scepen(en)/ dat de voirs(creven) verweerde(r) sculdich soude zijn den/ aenlegge(r) te betalen(e) xxiii stuv(er)s voe(r) elk(en) d(er) voirs(creven)/ r(ins) g(ulden) nae dat de waerh(eit) gedrage(n) heeft in sca(m)pno/ cor(am) lyefke(n)rode borch blanck(art) hubr(echt) cav(er)chon/ ap(ri)lis xi
//
gebreke was van eene(n) pachte en(de) dat hij die/ sculdich soude zijn op te hebben(e) in goud(en) gul(den)/ oft die weerde d(air)af oft e(m)mer ten mi(n)sten xxiii/ stuv(er)s voe(r) elke(n) gul(den) e(m)mers tott(er) tijt toe d(air)op/ and(er)s bij mijne(n) genad(ichen) hee(re) en(de) zijne(n) state(n) van/ brab(ant) d(air)op soude zij(n) geordineert d(er) betalinge(n)/ van gelijcke(n) rinte(n) aengaen(de) seggen(de) dat/ zij d(air)af alsoe v(er)accordeert wa(r)en bij tusschen/ spreken(e) van goede(n) ma(n)ne(n) p(rese)nte(re)nde tselve/ te thoone(n) dat alsoe geschiet te zijne bij alsoe/ de wed(er)p(ar)tie van he(m) ontkynne(n) woudde dair/ op de voirs(creven) procur(eur) jans wittema(n)s heeft geseet/ hoe dat dese voirs(creven) rinte altijt betaelt es geweest/ met xx stuv(er)s voe(r) den gul(den) hoopen(de) alnoch/ d(air) mede te gestane en(de) dat de voirs(creven) me(r)te(n)s/ boude(n)s die de selve rinte corts v(er)crege(n) hadde/ te vrede(n) soude staen mits dat zijn voirsate(n)/ geploge(n) hadde(n) te hebben(e) ontkynnen(de) e(n)nich ut(er)lijc/ accordt d(air)af geschiet te zijne ind(er) mate(n) dae(n)/ legge(r) dat bij leyt en(de) dat hij egheen cortsel/ in tijde(n) voirleden gehadt en hadde hoe wel hij/ div(er)se scade(n) van ma(n)ne van wapen(en) en(de) and(er)ss(ins)/ gehadt mocht hebbe(n) meynen(de) d(air)af cortsel te/ hebben(e) oft e(m)mers ten mi(n)sten onv(er)let te stane/ in dien Conclude(re)nde alsoe ter (contra)rie(n) vand(en)/ voirnemen(e) vand(en) aenlegge(r) als dat de scep(enen)/ des gemae(n)t zijnde gewesen de(n) selve(n) ae(n)legge(r)/ tot zijne(n) thoen tot eene(n) seke(re)n gelegen(en) daighe/ bijd(en) selve(n) d(air)toe genomen Ende nae dat/ de selve ae(n)legge(r) zijns v(er)mets besund(er)t vand(en)/ voirs(creven) accorde genoech volcome(n) es ende dat/ tott(er) tijt den goud(en) pe(n)ni(n)g(en) aengaende en(de) jairl(ijckx)/ betaling(en) in dien bij m(ijn) genad(ichen) hee(re) en(de) zijne(n) state(n)
//
slants van brab(ant) anders d(air)op soude zijn geordineert/ ende oick and(er)ssins zijns thoens genoech volcomen/ es gewesen ter maniss(en) smeyers bijden scepen(en)/ dat de voirs(creven) verweerde(r) sculdich soude zijn den/ aenlegge(r) te betalen(e) xxiii stuv(er)s voe(r) elk(en) d(er) voirs(creven)/ r(ins) g(ulden) nae dat de waerh(eit) gedrage(n) heeft in sca(m)pno/ cor(am) lyefke(n)rode borch blanck(art) hubr(echt) cav(er)chon/ ap(ri)lis xi
Nagekeken door: Jos Jonckheer
Moderator: Jos Jonckheer
Laatste update:: 2017-06-13 door Xavier Delacourt