SAL7393, Akte: V°11.2-R°12.1 (21 van 692)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°11.2-R°12.1  
Act
Datum: 1499-07-08

Transcriptie

2018-07-18 door helga peeters
Sijn bleven ende gevallen in deylinghen he(n)neken/
van ov(er)wynghe de goede rinten en(de) erfpachten/
nae bescr(even) te weten(e) yerst thien dach(mael) leens regen(ote)/
de strate die compt vand(er) hagen te diest Item/
noch vi dach(mael) leens te wersbeke reg(enote) weyn ramp(ar)ts/
Item noch opt selve velt een boend(er) leens regenote/
[vacat] It(em) noch een boend(er) leens aende/
wintmoelen te wersbeke It(em) noch een dach(mael) leens/
opten langenacker d(aer) men ghaet te weyn ramp(ar)ts/
It(em) noch een dach(mael) leens op tselve velt regenote/
pet(er) bastijns It(em) noch in leene vijff holl(antsche) guld(en)/
erffel(ijck) It(em) noch in leene d(aer) borttelman woent vier/
licht gulden(en) erffelijck It(em) noch een boend(er) leens in drie
//
oft vier plecken te beckevoirt opte hellicht wi(n)ni(n)ge/
It(em) drie dach(mael) leens in twee stucken opte hellicht/
wy(n)ni(n)ge getaxeert alle dese leenen te beckevoirt geheten/
zelemsche leene(n) jairlijcx boven den co(m)mer thien r(ins) g(ulden)/
erffel(ijck) It(em) iii(½) mudden rogs jairlijcx in coren(en) aen jouffr(ouwe)/
ramp(ar)ts ende in die selve leenen noch in coren(en) een/
mudde rogs aen cremere en(de) een mudde core(n)s erffelijck/
dese panden van twee mudde(n) core(n)s voirs(creven) liggen leegh/
sonder meest(er) It(em) vanden selve(n) goeden thien halste(re)n/
cor(ens) erffelijck opte hellicht wy(n)ni(n)ge It(em) noch een mudde/
cor(ens) erffel(ijck) te kerckem opt paenhuys bijd(er) kercken co(n)clusive/
dese vii mudden en(de) ii vaten core(n)s getaxeert op thien/
rins gulden(en) en(de) xiiii st(uvers) los en(de) vry boven co(m)mer ende/
alle(n) lasten oft chijs(en) erffel(ijck) It(em) te gelabbeke eene(n) rijd(er)/
erff(elijck) te xxv st(uvers) It(em) noch te thielt van eene(n) gedeelte/
vi mol(evate) rogs erffelijc It(em) een bosschelken geheeten den/
langendonck met eene(n) goud(en) rins g(ulden) erffel(ijck) te houdert/
getaxeert dit bosschelken metten goud(en) rins gulden(en)/
tsamen op xxvi(½) stuv(er)s erffel(ijck) It(em) noch twee scilde erff(elijck)/
tstuck te xiii stuv(er)s ge(re)kent opten yngel te ghempe/
toebehoe(re)nde cortwillem(me) meest(er)jans It(em) een beemdeke(n)/
inde(n) spicht getaxeert op xiiii st(uvers) erffel(ijck) inne gerekent/
de iiii stuv(er)s erffelijc die hij den cloest(er) van s(en)te m(er)tens/
in ge(re)den pe(n)ni(n)gen bij sijne(n) mo(m)boirs afgeleet heeft/
want inder deylingen oft lotingen en stont mair/
op thien stuv(er)s erffelijck getaxeert die hem quame(n)/
ald[(us)] blivet opte thien stuv(er)s hem erff(elijck) It(em) noch eene(n)/
rins g(ulden) erffel(ijck) aen mercte van doirne hanc quoq(ue)/
Et sat(is) p(ro)ut eisd(em)
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2017-05-23 door Xavier Delacourt