Allen den genen dat jan cappart in p(rese)ntia heeft/ ger(e)voceert en(de) wed(er)roepen alle alsulke p(ro)cu(r)atie(n) ende/ mechtich(eiden) als hij voirtijts gemaict en(de) gepass(er)[t] mach/ hebben ja(n)ne vrancx zijne(n) sweer en(de) alle(n) ande(re)n p(er)sone(n)/ wie die zijn tot desen dage toe het zij voe(r) scep(enen)/ van loeven(e) oft ande(r) gerichten willen(de) en(de) v(er)cle(re)nde/ dat die alle en(de) elc besund(er)[t] van nu voirtane/ crachteloes en(de) machteloes zijn sullen en(de) van/ onwerd(en) gehouden wordden al oft die noyt gepass(er)[t]/ en hadden geweest cor(am) h(er)meys buets(ele) dece(m)br(is)/ xii