Want gerardt de heymetine geh(eten) bierlo als/ geleidt nae des(er) stadt recht voir zijn wettich/ gebreck uuyt crachte van scep(enen) brieven van loeven(e)/ tot allen den goeden beyde have en(de) erve gieli(is)/ dabin zijns wynne(n) soe wair die gelegen zijn/ hem met brieven van des(er) stadt gescreven aend(en)/ meye(r) van zandrain oft zijne(n) stadthoude(r) alle de/ selve goede behoirl(ijc) heeft doen leve(re)n en(de) den/ voirs(creven) giel(ise) dach van rechte te comp(ar)e(re)n alh(ier)/ inde banck voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) van loeven(e) doen/ besceyden oft hij hem d(aer)tegen hadde willen oppone(re)n/ Ald(air) hij op heden als ten dage van rechte d(aer)toe/ dienen(de) niet gecomp(ar)eert en zijn [is] noch niemant/ van zijne(n) wegen den voirs(creven) geleidden comp(ar)e(re)nde/ en(de) trecht voirts v(er)sueken(de) soe v(er)re dat de scep(enen)/ van loeven(e) t(er) maniss(en) smeyers nae dat hen beh(oirlijc)/ gebleken heeft bij rappoirte laureys van valke(n)borch/ / des(er) stadt bode tvoirs(creven) exploit behoirlijc gesciet te/ zijne gewesen hebben met vo(n)nisse wair de wed(er)/ p(ar)tie vand(en) voirs(creven) geleidden niet en comp(ar)eert voe(r)/ den opstaen(e) smeyers en(de) der scepen(en) datmen den selve(n)/ geleidden vand(en) voirs(creven) goeden houden soude inde macht/ van sijne(n) beleide scepen(en) brieven ende leveri(n)gen alsoe/ v(er)re alst noch voir scepen(en) comen is in scampno/ febr(uarii) xvi